6 Onderhoud
4 Controle koelvloeistofniveau
• Controleer het koelvloeistofniveau in de
expansietank. Dit moet gecontroleerd wor-
den bij koude motor.
Het koelvloeistofniveau moet tussen de aan-
duidingen MIN en MAX staan.
W
aarschuWinG
Open nooit de dop op de expansietank wan-
neer de motor op bedrijfstemperatuur geko-
men is.
• Bijvullen, indien nodig.
• Verwijder de dop van de expansietank.
Controle koelvloeistofniveau
Dagelijks, voor het starten.
5 Bijvullen koelsysteem
Het intern koelsysteem kan worden bijgevuld
met een mengsel van anti-vries (40%) en
schoon leidingwater (60%) of met een speci-
ale koelvloeistof.
Voor specificaties, zie pag. 111.
v
oorzichtiG
Vul het koelsysteem nooit met zeewater of
brakwater.
39