Inhoudsopgave
Advertenties
• Gestolde, verstopte of bevroren afvoerleiding
• Fluctuerende viscositeit, precipitatie of stremming
• Gebroken of beschadigde as
• Gebroken of beschadigde koppeling
• Geblokkeerde waaier
• Slechte lagers
• Snel draaien
Het vermogensverbruik bij elke van deze omstandigheden kan worden gesimuleerd in een proefopstelling
of worden geschat via berekeningen van interpolaties van de pompprestatiecurve. Door deze gevaarlijke
vermogensfluctuaties te definiëren, worden vermijdbare pompstoringen voorkomen door de juiste
kalibrering van de vermogensmonitor. Deze figuur toont een typische vermogensevaluatie die is vastgelegd
van een gewone elektromotor van een centrifugaalpomp.
1.
De pomp is in bedrijf.
2.
De klep wordt gesloten.
3.
De klep wordt geopend.
4.
Er wordt geen vloeistof gepompt.
Afbeelding 17: Typische vermogensevaluatie
Neem contact op met uw ITT-vertegenwoordiger voor ondersteuning en een vermogensanalyse van uw
specifieke systeem. Voor meer informatie en evaluatie van vermogensmonitors, is een uitgebreide
gebruikershandleiding voor vermogensmonitors beschikbaar bij ITT.
Kalibreringstips
Gebruik deze tips om u te helpen bij de selectie en kalibrering van vermogensmonitors:
• Lees de installatie-instructies van uw vermogensmonitor en het bedradingsschema voordat u het
apparaat probeert te kalibreren.
• Zorg dat u bekend bent met de aanbevolen bedrijfsenveloppe van uw pomp die wordt geleverd door
ITT.
• Zorg dat u bekend bent met de vereisten en beperkingen van uw systeem.
• Zorg dat u bekend bent met het volledige bereik van uw bedrijfsverplichtingen, inclusief
vermogensvereisten bij het nominale minium en maximale stroomvoorwaarden.
• Identificeer potentiële fouten die karakteristiek zijn voor uw specifieke proces en pomptype.
• Zorg dat u bekend bent met het vermogen en aanhaalmoment van de geselecteerde elektromotor.
• Definieer indien mogelijk uw bedrijfsbereik om zo dicht bij het maximum rendement te draaien als
praktisch mogelijk is.
• Selecteer een enkelvoudige of tweevoudige uitschakeleenheid zoals praktisch is voor uw specifieke
systeem. Een tweevoudige uitschakeleenheid wordt aanbevolen voor de 3296 EZMAG. Gebruik altijd
een lage instelling ter bescherming tegen drooglopen. Met een hoge instelling wordt gedetecteerd of
een plotselinge verandering is opgetreden. Dit resuteert in schade aan de lagers.
• Stel een laag punt voor vermogensuitschakeling in bij het vereiste vermogensverbruik wanneer
gewerkt wordt met de minimale stroom van de fabrikant of hoger, maar lager dan het normale
bedrijfspunt.
• Stel een hoog punt voor vermogensuitschakeling is bij het vereiste vermogensverbruik wanneer
gewerkt wordt met de maximale stroom van de fabrikant of lager, of bij het stroomniveau dat cavitatie
voorkomt.
Model 3296 EZMAG Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
1
2
3
Andere relevante documentatie of handleidingen
4
89
Advertenties
Inhoudsopgave
