Afstelling ontstekingselektrode
Controleer de ionisatiestroom bij gedwongen vollast en gedwongen deellast. (door
meting ionisatie in Volts gelijkspanning tussen gele draad van de LDS (zie Afb 01 en
Afb 02 , pos. B en aarde (1V = 1 µA). Indien de gemeten ionisatiestroom < 4 µA,
controleer dan:
- CO
/O
-percentage
2
2
- Vlambeeld
- Aarding
- Temperatuursensoren op lekstroom (vocht)
- Ionisatiepen (eventuele witte aanslag verwijderen)
- Controleer de afstelling van de ontstekingselektrode (tussen 3 en 4 mm) en de
kwaliteit van de pakking en het porselijn.
Controle van de waterdruk
De waterdruk moet minimaal 0,8 bar bedragen. Geadviseerd wordt de installatie te
vullen tot ca. 1,5 bar.
11.3
Onderhoud
Indien uit de verbrandingstechnische controle van het toestel blijkt dat de verbranding
of warmtewisseling niet optimaal meer is, dient onderhoud uitgevoerd te worden.
Dit onderhoud bestaat uit:
- de warmtewisselaar reinigen met een speciaal reinigingsgereedschap of met pers-
lucht, evt. doorspoelen met water.
- de ventilator reinigen.
- de sifon reinigen.
Volgorde van handelen:
- Stel het toestel buiten bedrijf.
- Sluit de toestelkraan in de gasleiding naar het toestel.
- Open de klep van de instrumentenkast.
- Verwijder de voormantel d.m.v. het losdraaien van de 2 schroeven.
- Neem de dop van de ontstekingselektrode los.
- Verwijder de aardedraad van de ontstekingspen.
- Verwijder de elektrische aansluiting van de ventilator.
- Verwijder de luchtslang van de luchtdrukschakelaar.
- Draai de wartelmoer van de gasleiding aan de ventilatorzijde los.
- Verwijder de 10 moeren aan de voorzijde van de warmtewisselaar.
- Neem de voorplaat van de warmtewisselaar, met ventilator en brander recht naar
voren toe weg.
61