Afb 18. Aansluitingen op de klemmenstrook
00.W3H.79.00026
Het toestel is standaard voorzien van een interface voor één van de Honeywell
modulerende regelingen Chronotherm Modulation en Basicstat Modulation. Verder is
een regelaarset (regelaar rematic
beschikbaar voor het weersafhankelijk modulerend aansturen.
Montage en aansluiting
1.
Honeywell Chronotherm Modulation. Montage in de referentieruimte. Aansluiting
met behulp van een twee-aderige kabel op de klemmen 1 en 2 van de klem-
menstrook.
2.
rematic
®
SR 5240 C1 (geen naregeling van groepen mogelijk). Montage van
de regelaar in een referentieruimte, waardoor ruimtecompensatie kan worden
toegepast. Aansluiting met behulp van een twee-aderige kabel op de klemmen
1 en 2 van de klemmenstrook. De meegeleverde buitenvoeler wordt m.b.v. een
twee-aderige kabel op de regelaar aangesloten. De bijbehorende interface dient
u in de ketel te monteren.
Voor gedetailleerde informatie: zie de documentatie van de betreffende regelaar.
7.3.2 Boilerregeling (alleen voor Remeha W21/28s ECO)
De boiler kan op twee manieren worden aangesloten: Met behulp van een standaard
boilerthermostaat of met behulp van een Remeha temperatuursensor. De installatiepro-
cedure is als volgt:
A. Installatie met een boilerthermostaat
a.
Sluit de boilerthermostaat aan op de klemmen 5 en 6 van de klemmenstrook.
b.
Sluit de driewegklep 24V (Honeywell Type VC 8010) aan op de klemmen 7, 8 en 9
van de klemmenstrook (zie ook het elektrisch schema in Par. 7.10).
c.
De toestelregeling dient juist ingesteld te worden (zie Par. 5.3.3 en eventueel
5.4.5). In de meeste gevallen zal de fabrieksinstelling voldoende zijn.
bruin
= nr. 3 op DWK
blauw
= nr. 2 op DWK
zwart
= nr. 6 op DWK
*) De klemmen 10 en 11 kunnen gebruikt wor-
den voor een eventuele voorwaarde-schakeling.
®
SR 5240 C1, interface en buitentemperatuurvoeler)
45