6.6 Hydraulische voorschriften
6.6.1 Expansievat en veiligheidsklep
Het expansievat dient te worden opgenomen in de retourleiding, zie Afb 16.
De veiligheidsklep dient bij de Remeha W21/28c ECO in de retourleiding te worden
gemonteerd (i.v.m. de interne driewegklep in de aanvoer). Bij de Remeha W21/28s
ECO de veiligheidsklep in de aanvoerleiding monteren, tussen het toestel en een
eventuele driewegklep, zie Afb 17. Algemeen geldt dat de veiligheidsklep binnen 0,5
m vanaf het toestel, tussen het toestel en een eventuele afsluiter, dient te worden
gemonteerd. De veiligheidsklep moet tenminste ½ " zijn (wordt niet meegeleverd).
6.6.2 Waterbehandeling
Waterbehandeling is onder normale omstandigheden niet vereist (zie onze publicatie
'Waterbehandelingsvoorschrift'). Het ongecontroleerd toevoegen van chemische midde-
len wordt dringend ontraden. De installatie dient te worden gevuld met genormaliseerd
drinkwater. De pH-waarde van het installatiewater dient te liggen tussen 7 en 9.
6.6.3 Vloerverwarming
Het toestel kan direct op een vloerverwarmingsinstallatie worden aangesloten. In
installaties waarin zuurstofdiffusie door kunststofleidingen kan worden verwacht, wordt
geadviseerd een hydraulische
scheiding middels een TSA op te nemen, of een filter voor het toestel te plaatsen.
Afb 16. Veiligheidsvoorzieningen bij W21/28c ECO
00.W3H.HS.00001
a = veiligheidsventiel
b = expansievat
c = radiatorverwarming
40
Remeha
W21/28 ECO