6
INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE VERWARMINGSINSTALLATEUR
6.1 Algemeen
Voor installatie van de Remeha W21/28 ECO dient u rekening te houden met de
volgende voorschriften:
- NEN 2757: Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgassen van
verbrandingstoestellen.
- NEN 1078: Eisen en bepalingsmethoden voor huishoudelijke gasleidinginstallaties.
- NPR 3378: Leidraad bij NEN 1078.
- NEN 2078: Eisen voor industriële gasinstallaties.
- Richtlijnen voor aanpassing van bestaande gasinstallaties van september 1992,
opgesteld door de KVGN.
- NEN 3028 Veiligheidseisen voor c.v.-installaties.
- NEN 1010 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties.
- NEN 1006 (AVWI-1981).
- Eventuele lokale voorschriften, voor zover van toepassing.
- Het Bouwbesluit.
- Werkblad VEWIN nr. 4.4B, september 1993.
6.2 Opstelling
Het toestel moet worden opgehangen in
een ruimte die, ook bij strenge koude, vorst-
vrij blijft. Indien de ruimte hieraan niet vol-
doet dan zal een voorziening hiervoor aan-
gebracht moeten worden. Dit kan geschie-
den door middel van een vorstthermostaat,
die volgens Par. 7.3.3 en het elektrisch
schema schema Par. 7.10 is aan te sluiten.
De gas- en wateraansluitingen bevinden
zich aan de onderzijde van het toestel (zie
Afb 03 en Afb 04, Hoofdstuk 3).
Doordat alle onderdelen vanaf de voorzijde
bereikbaar zijn, is links en rechts van het
toestel praktisch geen ruimte nodig. Vóór
het toestel schrijft de NEN 3028 een vrije
ruimte van 1000 mm voor. Onder het toe-
stel is in principe een vrije ruimte van
250 mm voldoende, boven het toestel 400
mm. Afwijkingen van deze maten zijn alleen
mogelijk na overleg met onze afdeling Mar-
keting & Sales support en het plaatselijk
energiebedrijf.
Afb 11. Vrije ruimte rondom het toestel
00.W3H.79.00002
32
Remeha
W21/28 ECO