L
PWM-pomp aansturing (optie) 1
N
Inschakeldifferentie
aanvoertemperatuur c.v.-
bedrijf.
O
Buffervat opwarm interval
P
Keteluitvoering
T
Intern
U
Maximale blokkeringstijd bij
blijvende warmtevraag.
Q
Niet van toepassing
Y
Niet van toepassing
11
Overtemperatuur buffervat
t.o.v. tapwatertemperatuur
Tabel 10.
Instelmode serviceniveau
5.4.6 Interface selectie (()
Instelbaar op 00 of 01, fabrieksinstelling is 00.
Dit betekent dat standaard de in de ketelautomaat geïntegreerde OpenTherm-interface
is geselecteerd voor communicatie met de modulerende OpenTherm-regelaars (b.v.
Honeywell Chronotherm Modulation en Basicstat Modulation).
Wordt de rematic
ketel te worden geplaatst en de interface-selectie 'extern' te worden geprogrammeerd
(instelling 01). Zie voor meer informatie over de regelmogelijkheden Par. 7.3.
®
SR5240 C1 toegepast, dan dient de bijbehorende interface in de
e
cijfer: pompstand
tijdens c.v.
e
2
cijfer: pompstand
tijdens nadraaien
10 (= - 10°C) t/m
20 °C
01 t/m 10 uur
Niet te wijzigen
Niet wijzigen
00 t/m 99 minuten
0% (= -5°C) t/m 30
27
73
02
02
s
c
20 21
W21
30 31
W28
0
15
00
)0 (=100)
05