B. Installatie met een boilersensor
a.
Sluit de boilersensor aan op de klemmen 5 en 6 van de klemmenstrook. De
aansluitingen mogen verwisseld worden.
b.
Sluit de driewegklep 24V (Honeywell Type VC 8010) aan op de klemmen 7, 8 en 9
van de klemmenstrook (zie ook het elektrisch schema in Par. 7.10).
c.
De toestelregeling en de warmwatertemperatuur dienen juist ingesteld te worden
(zie Par. 5.3.3 en eventueel 5.4.5). In de meeste gevallen zal de fabrieksinstelling
voldoende zijn.
7.3.3 Vorstbeveiliging
Het toestel moet in een vorstvrije ruimte worden opgesteld i.v.m. bevriezing van
de condensafvoerleiding. Als het c.v.-water te ver in temperatuur daalt, treedt de
ingebouwde toestelbeveiliging in werking. Watertemperatuur:
- lager dan 7°C:
- lager dan 3°C:
- hoger dan 10°C: ketel en circulatiepomp worden uitgeschakeld.
In vorstgevaarlijke ruimtes is het aan te bevelen een vorstthermostaat (Tv) te plaatsen
en parallel aan de kamerthermostaat (Tk aan/uit) aan te sluiten op de klemmen 3 en
4 van de 12-polige klemmenstrook. Als de vorstthermostaat warmte vraagt, komt het
toestel in bedrijf met als begrenzing de geprogrammeerde max. aanvoertemperatuur.
Dit gebeurt ook als een modulerende ruimteregelaar is aangesloten.
7.4 Watertemperatuurregeling
De Remeha W21/28 ECO is voorzien van een elektronische temperatuurregeling op
basis van aanvoer- en retourtemperatuursensoren. De aanvoertemperatuur is instel-
baar tussen 20 en 90°C (fabrieksinstelling 90°C).
7.5 Watergebrekbeveiliging
De Remeha W21/28 ECO is voorzien van een watergebrekbeveiliging. Dit geschiedt bij
dit toestel op basis van temperatuurmeting. Door terug te moduleren op het moment
dat de waterdoorstroming te weinig dreigt te worden, blijft het toestel zo lang mogelijk
in bedrijf. Bij een te geringe doorstroming wordt het toestel uitgeschakeld.
7.6 Maximaalbeveiliging
De maximaalbeveiliging schakelt bij een te hoge watertemperatuur (110°C) het toestel
uit en vergrendelt deze op de beveiligingsautomaat. Na het opheffen van de storing kan
het toestel ontgrendeld worden met de 'Reset'-toets.
7.7 Luchtdrukverschilschakelaar (LDS)
De automaat controleert bij start warmtevraag eerst of de LDS geopend is. Is dit zo
dan gaat de ventilator naar een controletoerental en wacht tot de LDS gesloten is.
Daarna is de LDS functie niet meer actief.
circulatiepomp wordt ingeschakeld.
ketel wordt ingeschakeld.
46
Remeha
W21/28 ECO