5
4
3
1
Figuur 20
1. Luchtstroomregelaar
2. Hendel van de aftakas
van de grasvanger
3. Stand Naar rechts blazen
4. Stand Gras opvangen
Verstoppingen verwijderen uit
de grasvanger
1. Maak de grasvanger leeg.
2. Schakel de aftakas van de stille grasvanger uit (Fig. 20).
3. Schakel de aftakas van de maaimachine uit en stel de
parkeerrem in werking.
4. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurdersstoel te verlaten.
5. Verwijder de bovenste en de middelste buis van de
grasvanger.
6. Verwijder voorzichtig met een stok of een soortgelijk
voorwerp de verstopping uit de maaimachine, de
bovenste buis, de middelste buis of het mondstuk.
7. Nadat u de verstopping hebt verwijdert, monteert u het
complete grasvangsysteem en gaat u verder met maaien.
Zie De afvoerbuizen monteren, blz. 10.
Grasvanger Vol-indicatie
gebruiken
1. U kunt op twee manieren vaststellen of de grasvanger
vol is.
A. Trek de arm van de Vol-indicatie veelvuldig omhoog
(Fig. 21). Als u weerstand voelt, betekent dit dat de
grasvanger vol is en moet worden leeggemaakt.
6
7
2
m–5943
5. Stand Naar links blazen
6. Aftakas van de
grasvanger ingeschakeld
7. Aftakas van de
grasvanger uitgeschakeld
13
B. Als u ziet dat er zich gras opeenhoopt in de sleuven
op de bovenkant van het mondstuk (Fig. 14), is de
grasvanger vol en moet deze worden leeggemaakt.
Dit kan ook betekenen dat u te snel maait en het
mondstuk verstopt begint te raken.
Figuur 21
1. Arm van Vol-indicatie
Tips voor bediening en
opvangen van het maaisel
Afmetingen
Denk eraan dat de tractor langer en breder is als dit
werktuig is gemonteerd. Als u een te scherpe bocht maakt
in een besloten ruimte, kunt u de grasvanger beschadigen.
Trimmen
U moet altijd trimmen met de linkerkant van het maaidek.
Trim nooit met de rechterkant van het maaidek omdat u dan
de ventilator van de grasvanger en de afvoerbuis kunt
beschadigen.
Maaihoogte
Zorg ervoor dat de maaihoogte van het maaidek niet te laag
is, want hoog gras rond het maaidek kan verhinderen dat er
lucht onder het maaidek komt en in het grasvangsysteem
stroomt. Als er niet voldoende lucht onder het maaidek
komt, zal het vangsysteem verstopt raken.
Maaifrequentie
U moet het gras veelvuldig maaien, vooral als het snel
groeit. U zult het gras twee keer moeten maaien als dit
buitengewoon lang is (zie Lang gras opvangen, blz. 14).
1
m-5946