22
5.2.1.1
Servomotor calibreren (alleen bij
zaaimachines met verstelling van de
zaadafgifte)
Beknellinggevaar!
a
Tijdens het calibreren niet aan de zaaias
of doseerassen en aan de instelbare
aandrijfkast komen!
F
Tijdens het calibreren moeten de stekker
van
de
AMADOS
machinestekker met elkaar verbonden
zijn.
I
De calibratieprocedure uitvoeren als de
machine stil staat.
Bedieningsvolgorde tijdens het calibreren:
-
AMADOS III-S inschakelen en er voor zorgen, dat
de servomotor de instelhendel op de aandrijfkast
in de "0" stand op de schaalverdeling brengt.
-
indrukken, vasthouden en gelijktijdig
indrukken en daardoor de ijkprocedure opstarten.
-
net zo lang ingedrukt houden, tot op het
display het cijfer "0" verschijnt, de instelhendel van
de aandrijfkast op de positie "0" van de
schaalverdeling staat en de lichtdiode
nulstandsensor brandt.
I
In positie "0" van de instelhendel van de
aandrijfkast moet de lichtdiode (LED)
van de nulstandsensor branden.
AMADOS III-S DB 549 06.01
In bedrijfstellen
Bevestiging van de nulstandsensor op de schakelbare aandrijfkast
III-S
en
de
Bevestiging van de nulstandsensor op de variabele-aandrijfkast
van
-
instelhendel
schaalverdeling van de aandrijfkast is verplaatst.
-
afgesloten.
-
De op het display aangegeven positie en op de
schaalverdeling van de aandrijfkast afgelezen
werkelijke positie met elkaar vergelijken (zie
hiervoor hfdst. 5.2.1.1.1).
zolang
ingedrukt
houden,
naar
de
stand
indrukken en de ijkprocedure is hiermee
tot
de
"98"
op
de