6.3.2 Aansluitschema, signaalklemmen
Extern setpoint,
spanningsingang
Sensor met twee
draden
Klem
Type
Functie
12
+24 V uit
Voeding naar sensor
13
+24 V uit
Aanvullende voeding
18
DI 1
Digitale ingang, start/stop
19
DI 2
Digitale ingang, programmeerbaar
Gemeenschappelijke massa voor digi-
20
GND
tale ingangen
32
DI 3
Digitale ingang, programmeerbaar
33
DI 4
Digitale ingang, programmeerbaar
39
GND
Massa voor analoge uitgang
Klemmen 27 en 29 worden niet gebruikt.
De RS-485 afscherming moet aan de massa worden
N.B.
aangesloten.
0-10 V
Klemmen
U: 0-10 V
I: 0/4-20 mA
0/4-20 mA
Klemmen
U: 0-10 V
I: 0/4-20 mA
Extern setpoint,
stroomingang
Sensor met drie
draden
Klem
Type
Functie
42
AO 1
Analoge uitgang, 0-20 mA
50
+10 V uit
Voeding naar potentiometer
53
AI 1
Extern setpoint, 0-10 V, 0/4-20 mA
54
AI 2
Sensoringang, sensor 1, 0/4-20 mA
Gemeenschappelijke massa voor
55
GND
analoge ingangen
61
RS-485 GND Y GENIbus, massa
68
RS-485 A
GENIbus, signaal A (+)
69
RS-485 B
GENIbus, signaal B (-)
0/4-20 mA
Klemmen
U: 0-10 V
I: 0/4-20 mA
0/4-20 mA
Klemmen
U: 0-10 V
I: 0/4-20 mA
9