10.8.12 Constant niveau met uitschakelfunctie (3.14)
Instellingen
De uitschakelfunctie kan worden ingesteld op:
•
Actief
•
Niet actief.
De aan/uit-band kan worden ingesteld op de volgende waarden:
•
∆H is fabrieksmatig ingesteld op 10 % van het actuele set-
point.
•
∆H kan worden ingesteld op een waarde tussen 5 % en 30 %
van het actuele setpoint.
Een ingebouwde "detectiefunctie laag debiet" zal automatisch het
stroomverbruik meten en opslaan bij ongeveer 50 % en 85 % van
het nominale toerental.
Als "Actief" wordt gekozen, ga dan als volgt te werk:
1. Sluit de afsluitklep om een situatie zonder debiet te genere-
ren.
2. Druk op [OK] om de automatische fijnafstemming te starten.
Omschrijving
De uitschakelfunctie wordt gebruikt om te wisselen tussen aan/
uit-bedrijf bij laag debiet en continu bedrijf bij hoog debiet.
Inschakelniveau
∆H
Uitschakelniveau
Afb. 35 Constant niveau met uitschakelfunctie. Verschil tussen
in- en uitschakelniveaus (∆H)
Laag debiet kan op twee manieren worden gedetecteerd:
1. Met de ingebouwde detectiefunctie voor laag debiet.
2. Met een debietschakelaar die is aangesloten op een digitale
ingang.
1. Detectiefunctie laag debiet
De ingebouwde detectiefunctie voor laag debiet is gebaseerd op
de meting van toerental en vermogen.
Wanneer laag debiet wordt gedetecteerd zal de pomp uitschake-
len. Wanneer het niveau het inschakelniveau heeft bereikt, dan
zal de pomp opnieuw inschakelen. Als er nog steeds geen debiet
is, dan zal de pomp het uitschakelniveau bereiken en uitschake-
len. Als er debiet is, dan blijft de pomp in bedrijf in overeenstem-
ming met het setpoint.
32
2. Detectie laag debiet met debietschakelaar
Wanneer de digitale ingang is geactiveerd omdat er laag debiet
is, dan zal het toerental worden verhoogd tot het uitschakelniveau
(actueel setpoint + 0,5 x ∆H) is bereikt, en de pomp zal uitschake-
len. Wanneer het niveau het inschakelniveau heeft bereikt, dan
zal de pomp opnieuw inschakelen. Als er nog steeds geen debiet
is, dan zal de pomp het uitschakelniveau bereiken en uitschake-
len. Als er debiet is, dan blijft de pomp in bedrijf in overeenstem-
ming met het setpoint.
Bedrijfsomstandigheden voor de uitschakelfunctie
Het is alleen mogelijk om de uitschakelfunctie met constant
niveau te gebruiken als het systeem een niveausensor bevat en
alle kleppen kunnen worden gesloten.
10.8.13 Sensor 1 (3.15)
Instelling van sensor 1 die is aangesloten op klem 54. Dit is de
terugkoppelsensor.
Kies één van de volgende waarden:
•
Uitgangsignaal van de sensor:
0-20 mA
4-20 mA.
•
Meeteenheid van de sensor:
bar, mbar, m, kPa, psi, ft, m
•
Meetbereik van de sensor.
10.8.14 Sensor 2 (3.16)
Instelling van sensor 2 die is aangesloten op een MCB 114
module met sensoringangen.
Kies één van de volgende waarden:
•
Uitgangsignaal van de sensor:
0-20 mA
4-20 mA.
•
Meeteenheid van de sensor:
bar, mbar, m, kPa, psi, ft, m
•
Meetbereik van de sensor:
0-100 %.
3
3
/uur, m
/s, l/s, gpm, °C, °F, %.
3
3
/uur, m
/s, l/s, gpm, °C, °F, %.