Onderstaande tabel toont de aanbevolen instellingen van de
regelaar:
Systeem/
Ver-war-
toepassing
ming-
systeem
CUE
p
SP, SP-G, SP-NE: 0,5
CUE
p
SP, SP-G, SP-NE: 0,5
CUE
Q
CUE
L
CUE
0,5
t
L
2
CUE
∆t
L
2
t
CUE
L
2
0,5
CUE
∆p
CUE
L
1
∆p
*
T
= 100 seconden (fabrieksinstelling).
i
1. Verwarmingsystemen zijn systemen waarbij een toename in
pompcapaciteit een stijging in temperatuur bij de sensor tot
gevolg heeft.
2. Koelsystemen zijn systemen waarbij een toename in pompca-
paciteit een daling in temperatuur bij de sensor tot gevolg
heeft.
L
= Afstand in [m] tussen pomp en sensor.
1
L
= Afstand in [m] tussen warmtewisselaar en sensor.
2
28
K
p
T
i
Koel-
2)
systeem
1)
0,2
0,5
0,5
0,2
0,5
0,5
0,2
0,5
- 2,5
100
- 0,5
10 + 5L
2
0,5
10 + 5L
2
- 0,5
30 + 5L
*
2
0,5
0,5*
L
< 5 m: 0,5*
1
0,5
L
> 5 m: 3*
1
L
> 10 m: 5*
1
Het instellen van de PI-regelaar
Voor de meeste toepassingen zorgt de fabrieksinstelling van de
regelconstantes K
en T
voor optimale pompwerking. Voor som-
p
i
mige toepassingen kan een aanpassing van de regelaar echter
nodig zijn.
Ga als volgt te werk:
1. Verhoog de versterkingsfactor (K
wordt. Instabiliteit kan worden waargenomen door te kijken of
de meetwaarde begint te fluctueren. Bovendien is instabiliteit
te horen wanneer het geluid van de motor op en neer begint
te gaan.
Aangezien sommige systemen zoals temperatuurregelingen
langzaam reageren, kan het moeilijk zijn om waar te nemen
dat de motor instabiel is.
2. Stel de versterkingsfactor (K
waarbij de motor instabiel werd. Dit is de juiste instelling van
de versterkingsfactor.
3. Verlaag de integratietijd (T
) tot de motor instabiel wordt.
i
4. Stel de integratietijd (T
) in op tweemaal de waarde waarbij de
i
motor instabiel werd. Dit is de juiste instelling van de
integratietijd.
Vuistregels:
•
Verhoog K
als de regelaar te langzaam reageert.
p
•
Demp het systeem door K
p
het systeem op en neer gaat of instabiel is.
10.8.3 Extern setpoint (3.3)
De ingang voor het externe setpointsignaal (klem 53) kan worden
ingesteld op:
•
Actief
•
Niet actief.
Als "Actief" wordt geselecteerd, dan wordt het actuele setpoint
beïnvloed door het signaal dat is gekoppeld aan de ingang van
het externe setpoint. Zie paragraaf
) tot de motor instabiel
p
) in op de helft van de waarde
p
te verlagen of T
te verhogen als
i
13.2 Extern
setpoint.