10.5.3 Kopie van instellingen
Het is mogelijk om de instellingen van een CUE te kopiëren en te
gebruiken in een andere CUE.
Opties:
•
Geen kopie.
•
naar CUE (kopieert de instellingen van de CUE).
•
naar bedieningspaneel (kopieert de instellingen naar een
andere CUE).
De CUE units moeten over dezelfde firmwareversie beschikken.
Zie paragraaf
10.7.16 Firmwareversie
10.6 BEDRIJF
10.6.1 Setpoint (1.1)
Ingesteld setpoint
Actueel setpoint
Actuele waarde
Stel het setpoint in, in eenheden van de terugkoppelsensor.
In de "Open regelkring" regelmodus wordt het setpoint ingesteld
in % van de maximale capaciteit. Het instelbereik ligt in tussen de
min. en max. curves. Zie afb. 38.
Bij alle andere regelmodi, behalve proportioneel drukverschil, is
het instelbereik gelijk aan het meetbereik van de sensor.
Zie afb. 39.
In regelmodus "Proportioneel drukverschil" ligt het instelbereik
tussen 25 % en 90 % van de max. opvoerhoogte. Zie afb. 40.
Als de pomp is aangesloten op een signaal van een extern set-
point, dan zal de waarde in dit display het maximum van het sig-
naal van het externe setpoint zijn. Zie paragraaf
point.
10.6.2 Bedrijfsmodus (1.2)
Stel één van de volgende bedrijfsmodi in:
•
Normaal bedrijf
•
Stop
•
Min.
•
Max.
De bedrijfsmodi kunnen worden ingesteld zonder de instelling
van het setpoint te wijzigen.
24
(2.16).
13.2 Extern set-
10.6.3 Storingsmeldingen
Storingen kunnen twee typen meldingen tot gevolg hebben:
Alarm of waarschuwing.
Een alarm activeert een alarmmelding in de CUE en zorgt dat de
pomp van bedrijfsmodus wijzigt, normaal gesproken uitschakelt.
Bij sommige storingen die een alarmmelding geven is de pomp
echter ingesteld om in bedrijf te blijven, zelfs als er een alarm is.
Een waarschuwing activeert een waarschuwingsmelding in de
CUE, maar de pomp wijzigt niet van bedrijfs- of regelmodus.
Alarm (1.3)
In geval van een alarm verschijnt de oorzaak in het display.
Zie paragraaf
15.1 Lijst met waarschuwingen en
Waarschuwing (1.4)
Bij een waarschuwing verschijnt de oorzaak in het display.
Zie paragraaf
15.1 Lijst met waarschuwingen en
10.6.4 Overzicht van storingen
Voor zowel alarmmeldingen als waarschuwingen heeft de CUE
een overzichtsfunctie (logboek).
Alarmlog (1.5 - 1.9)
Bij een alarm verschijnen de laatste vijf alarmmeldingen in het
alarmlog. "Alarmlog 1" toont het laatste alarm, "Alarmlog 2" toont
het op één na laatste alarm etc.
Het display toont drie soorten informatie:
•
de alarmmelding
•
de alarmcode
•
het aantal minuten dat de pomp is aangesloten op de voe-
dingspanning nadat de storing optrad.
alarmmeldingen.
alarmmeldingen.