10.7.13 Temperatuursensor 2 (2.13)
Dit display wordt alleen weergegeven als een MCB 114 module
met sensoringangen is geïnstalleerd.
Het display toont het meetpunt en de actuele waarde die wordt
gemeten door Pt100/Pt1000 temperatuursensor 2 die op de
MCB 114 is aangesloten. Het meetpunt wordt gekozen in
display 3.22.
Als er geen sensor aan de CUE is gekoppeld verschijnt "-" in het
display.
10.7.14 Debiet (2.14)
Dit display wordt alleen getoond als een debietmeter is geconfi-
gureerd.
Het display toont de actuele waarde die wordt gemeten door een
debietmeter die is aangesloten op de digitale pulsingang
(klem 33) of de analoge ingang (klem 54).
10.7.15 Geaccumuleerd debiet (2.15)
Dit display wordt alleen getoond als een debietmeter is geconfi-
gureerd.
Het display toont de waarde van het geaccumuleerde debiet en
de specifieke energie voor het transport van de verpompte vloei-
stof.
De debietmeting kan worden gekoppeld aan de digitale pulsin-
gang (klem 33) of de analoge ingang (klem 54).
10.7.16 Firmwareversie (2.16)
Dit display toont de huidige versie van de software.
10.7.17 Configuratiebestand (2.17)
Dit display toont het configuratiebestand.
10.8 INSTALLATIE
10.8.1 Regelmodus (3.1)
Kies één van de volgende regelmodi:
•
Open regelkring
•
Constante druk
•
Constant drukverschil
•
Proportioneel drukverschil
•
Constant debiet
•
Constante temperatuur
•
Constant niveau
•
Constante andere waarde.
Als de pomp is aangesloten op een bus kan de regel-
modus niet worden gekozen via de CUE.
N.B.
Zie paragraaf
13.3 GENIbus
10.8.2 Regelaar (3.2)
De CUE heeft een fabrieksinstelling voor versterkingsfactor (K
en integratietijd (T
). Als de fabrieksinstelling echter niet de meest
i
optimale instelling is, dan kunnen de versterkingsfactor en de
integratietijd in het display worden gewijzigd.
•
De versterkingsfactor (K
) kan worden ingesteld op een
p
waarde tussen 0,1 en 20.
•
De integratietijd (Ti) kan worden ingesteld op een waarde tus-
sen 0,1 en 3600 s. Als 3600 s wordt geselecteerd zal de rege-
laar als een P-regelaar werken.
•
Bovendien is het mogelijk om de regelaar in te stellen als
omgekeerde regelaar, wat betekent dat als het setpoint wordt
verhoogd, het toerental wordt verlaagd. Bij omgekeerde rege-
ling moet de versterkingsfactor (K
0,1 en -20.
signaal.
)
p
) worden ingesteld tussen -
p
27