10.8.15 Bedrijf/standby (3.17)
Instellingen
De bedrijf/standby-functie kan worden ingesteld op:
•
Actief
•
Niet actief.
Activeer de bedrijf/standby-functie als volgt:
1. Sluit één van de pompen aan op de netvoeding.
Stel de bedrijf/standby-functie in op "Niet actief".
Stel in de menu's "BEDRIJF" en "INSTALLATIE" de noodzake-
lijke parameters in.
2. Stel de bedrijfsmodus in op "Stop" in het menu "BEDRIJF".
3. Sluit de andere pomp aan op de netvoeding.
Stel in de menu's "BEDRIJF" en "INSTALLATIE" de noodzake-
lijke parameters in.
Stel de bedrijf/standby-functie in op "Actief".
De draaiende pomp zoekt naar de andere pomp en stelt automa-
tisch de bedrijf/standby-functie van deze pomp in op "Actief".
Als de pomp de andere pomp niet kan vinden, dan wordt een sto-
ringsmelding gegeven.
De twee pompen moeten elektrisch gekoppeld zijn
via de GENIbus, en niets anders mag op de GENIbus
N.B.
aangesloten zijn.
De bedrijf/standby-functie is van toepassing op twee parallel
geschakelde pompen waarbij de besturing van deze functie via
GENIbus loopt. Elke pomp dient te zijn aangesloten op zijn eigen
CUE en sensor.
De voornaamste doelstellingen van de functie zijn:
•
Om de standby-pomp in te schakelen als de draaiende pomp
is uitgeschakeld vanwege een alarm.
•
Om de pompen tenminste elke 24 uur te laten wisselen.
Min. toerental
Afb. 36 Instellen van de min. en max. curves als % van de maximale capaciteit.
Pompafhankelijk toerentalbereik
Min.
Actueel toerentalbereik
Min. toerental, bijgesteld
Max. toerental, bijgesteld
10.8.16 Capaciteitsbereik (3.18)
Het instellen van het capaciteitsbereik:
•
Stel het min. toerental in tussen een pompafhankelijk min. toe-
rental en het bijgestelde max. toerental. De fabrieksinstelling
hangt af van de pompfamilie.
•
Stel het max. toerental in tussen het bijgestelde min. toerental
en het pompafhankelijke max. toerental. De fabrieksinstelling
is gelijk aan 100 %, d.w.z het toerental vermeld op het type-
plaatje van de pomp.
Het gebied tussen het min. en max. toerental is het actuele capa-
citeitsbereik van de pomp.
Het capaciteitsbereik kan worden veranderd door de gebruiker
binnen het pompafhankelijke toerentalbereik.
Voor sommige pompfamilies is oversynchroon bedrijf
(max. toerental boven 100 %) mogelijk. Dit vereist een overgedi-
mensioneerde motor om het asvermogen te leveren dat nodig is
voor de pomp tijdens oversynchroon bedrijf.
Nominaal toerental
Max. toerental
Max.
100 %
Toerental [%]
33