10.4.4 Pompfamilie (3/16)
Kies de pompfamilie overeenkomstig het typeplaatje van de
pomp:
•
CR, CRI, CRN, CRT
•
SP, SP-G, SP-NE
•
...
Kies "Overig" als de pompfamilie niet in de lijst voorkomt.
10.4.5 Nominaal motorvermogen (4/16)
Stel het nominale motorvermogen, P2, in overeenkomstig het
typeplaatje van de motor:
•
0,55 - 90 kW.
Het instellingsbereik is grootte-afhankelijk, en de fabrieksinstel-
ling komt overeen met het nominale vermogen van de CUE.
10.4.6 Voedingspanning (5/16)
Kies de voedingspanning die overeenkomt met de nominale voe-
dingspanning ter plekke van de installatie.
Unit 1 x 200-240 V:*
Unit 3 x 200-240 V:
• 1 x 200 V
• 3 x 200 V
• 1 x 208 V
• 3 x 208 V
• 1 x 220 V
• 3 x 220 V
• 1 x 230 V
• 3 x 230 V
• 1 x 240 V.
• 3 x 240 V.
Unit 3 x 525-600 V:
Unit 3 x 525-690 V:
• 3 x 575 V.
• 3 x 575 V
• 3 x 690 V.
* Eénfase-ingang - driefasen-uitgang.
Het instellingsbereik hangt af van het type CUE, en de fabrieksin-
stelling komt overeen met de nominale voedingspanning van de
CUE.
10.4.7 Max. motorstroom (6/16)
Stel de maximale motorstroom in overeenkomstig het typeplaatje
van de motor:
•
0-999 A.
Het instellingsbereik hangt af van het type CUE, en de fabrieksin-
stelling komt overeen met een typische motorstroom bij het geko-
zen motorvermogen.
Max. stroom wordt begrensd tot de waarde op het CUE type-
plaatje, zelfs als een hogere waarde wordt ingesteld bij de initiële
instelling.
10.4.8 Toerental (7/16)
Stel het nominale toerental in overeenkomstig het typeplaatje van
de pomp:
•
0-9999 min
De fabrieksinstelling hangt af van de vorige keuzes. Op basis van
het ingestelde nominale toerental stelt de CUE de motorfrequen-
tie automatisch in op 50 of 60 Hz.
10.4.9 Frequentie (7A/16)
Unit 3 x 380-500 V:
Dit display verschijnt alleen als handmatige invoer van de fre-
• 3 x 380 V
quentie nodig is.
• 3 x 400 V
Stel de frequentie in overeenkomstig het typeplaatje van de
• 3 x 415 V
motor:
• 3 x 440 V
•
40-200 Hz.
• 3 x 460 V
De fabrieksinstelling hangt af van de vorige keuzes.
• 3 x 500 V.
-1
.
19