Aansluiting ohmse vochtigheidsregelaar (passief)
Besturingskast
A2
140Ω...10kΩ
Aansluiting 24 V aan/uit-hygrostaat
V+ IN GND
Besturingskast
A3
Bedrading begrenzer
Aansluiting externe begrenzer of extern bevochtigingssignaal
Besturingskast
De signaalkabel van een ohmse vochtigheidsregelaar
(140 Ω...10 kΩ) wordt conform het schema aangesloten
op de contacten "V+", "IN" en "GND" op de driverkaart
in de besturingskast.
De aansluitkabel moet via een geschroefde kabelver-
CONTROL
binding de besturingskast in worden gevoerd.
V+ IN GND
Opmerking: Voor de aansluiting van een ohmse vochtig-
heidsregelaar moet jumper "JP2" worden verwijderd en
moet jumper "JP1" op de driverkaart worden geplaatst.
Daarbij moet het signaaltype in de besturingssoftware
worden ingesteld op "0-10 V".
De signaalkabel van een 24 V aan/uit-hygrostaat wordt
conform het schema aangesloten op de contacten "V+",
"IN" op de driverkaart in de besturingskast.
De aansluitkabel moet via een geschroefde kabelver-
binding de besturingskast in worden gevoerd.
CONTROL
Opmerking: Voor de aansluiting van een 24 V aan/uit-
hygrostaat moet jumper "JP1" worden verwijderd en moet
jumper "JP2" worden geplaatst. De bevochtigingsrege-
ling moet naar behoren worden geconfigureerd via de
besturingssoftware.
On/Off
De signaalkabel van een externe begrenzer (P/PI-
LIMIT
continuregelaar) of van een vochtigheidssensor (bij
IN GND
gebruik van de interne P/PI-regelaar) wordt aangesloten
op de klemmen "IN" (+) en "GND" (–) op de driverkaart
in de besturingskast.
De aansluitkabel moet via een geschroefde kabelver-
binding de besturingskast in worden gevoerd.
Opmerking: De begrenzer moet via de besturing wor-
+ –
A4
den ingeschakeld en geconfigureerd. De toegestane
Z
begrenzersignalen worden vermeld bij de technische
gegevens in de gebruiksaanwijzing.
51