Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Nordmann Omega Pro
Stoomluchtbevochtiger
MONTAGEHANDLEIDING
2589331 NL 1701

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Nordmann Engineering Omega Pro Series

  • Pagina 1 Nordmann Omega Pro Stoomluchtbevochtiger MONTAGEHANDLEIDING 2589331 NL 1701...
  • Pagina 2: Aansprakelijkheid

    Serienummer: Eigendomsrechten Dit document en de daarin opgenomen informatie zijn eigendom van Nordmann Engineering AG. Het is zonder voorafgaande toestemming van de fabrikant niet toegestaan om deze handleiding (of uittreksels daaruit) door te geven en te vermenigvuldigen of om de inhoud van deze handleiding aan derden te verkopen of door te geven.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inleiding Voorwoord Instructies voor deze montagehandleiding Voor uw veiligheid Productoverzicht Modeloverzicht 3.1.1 Stand-aloneapparaten klein formaat ("S"), Omega Pro 5...10 en middelgroot ("M"), Omega Pro 16...40 3.1.2 Dubbele apparaten (2 x "M"), Omega Pro 40...80 3.2 Identificatie van het product Opties Accessoires 3.4.1 Overzicht accessoires 3.4.2 Gedetailleerde informatie over accessoires...
  • Pagina 4 Opmerkingen over bevochtigingsregelsystemen/bevochtigingsregeling 5.6.1 Systeem 1 – ruimtebevochtigingsregeling – 5.6.2 Systeem 2 ruimtebevochtigingsregeling met continue begrenzing van het vochtgehalte in de toegevoerde lucht 5.6.3 Systeem 3 – continuregeling van de relatieve vochtigheid in de toegevoerde lucht 5.6.4 Welk regelsysteem voor welke toepassing? 5.6.5 Toegestane Regelsignaalen Elektrische installatie...
  • Pagina 5: Inleiding

    Inleiding Voorwoord Hartelijk dank dat u voor de stoomluchtbevochtiger Nordmann Omega Pro hebt gekozen. De stoomluchtbevochtiger Nordmann Omega Pro is volgens de laatste stand van de techniek en con- form erkende veiligheidstechnische voorschriften geconstrueerd. Desondanks kunnen bij ondeskundig gebruik van de stoomluchtbevochtiger Nordmann Omega Pro gevaren voor de gebruiker en/of derden ontstaan en/of kan er materiële schade ontstaan.
  • Pagina 6 In deze gebruiksaanwijzing gebruikte symbolen OPGELET! De signaalwoorden "LET OP" samen met het cirkelvormige gevarensymbool duiden op de in deze documentatie opgenomen instructies met betrekking tot veiligheid en gevaren die, indien ze niet in acht worden genomen, kunnen leiden tot beschadiging en/of een storing van het apparaat of andere zaken.
  • Pagina 7: Voor Uw Veiligheid

    Voor uw veiligheid Algemeen Eenieder die belast is met installatiewerkzaamheden aan de Nordmann Omega Pro moet de montage- handleiding voor de Nordmann Omega Pro gelezen en begrepen hebben alvorens met de werkzaam- heden aan het apparaat te beginnen. Kennis van de inhoud van de montagehandleiding en van de gebruiksaanwijzing is een basisvereiste voor het beschermen van het personeel tegen gevaar, het voorkomen van een onjuiste installatie en om daardoor het apparaat veilig en adequaat te kunnen bedienen.
  • Pagina 8 Vermijden van gevaarlijke bedrijfssituaties Alle personen die belast zijn met werkzaamheden aan de Nordmann Omega Pro zijn verplicht om veranderingen aan het apparaat die de veiligheid nadelig beïnvloeden onmiddellijk te melden aan de verantwoordelijke functionaris van de eigenaar en de Nordmann Omega Pro te beveiligen tegen on- bedoeld inschakelen.
  • Pagina 9: Productoverzicht

    Productoverzicht Modeloverzicht De stoomluchtbevochtiger Nordmann Omega Pro is leverbaar als stand-aloneapparaat in verschil- lende maten van de behuizing ("S" en "M") en als dubbele apparaat (2x "M") met verschillende verwarmingsspanningen voor stoomcapaciteiten van 5 kg/u tot max. 80 kg/u. 3.1.1 Stand-aloneapparaten klein formaat ("S"), Omega Pro 5...10 en middelgroot ("M"), Omega Pro 16...40 Maat...
  • Pagina 10: Dubbele Apparaten (2 X "M"), Omega Pro 40

    3.1.2 Dubbele apparaten (2 x "M"), Omega Pro 40...80 Maat Nordmann 230 V/1~ 200V/3~ 230V/3~ 380V/3~ 400V/3~ 415V/3~ 440V/3~ 460V/3~ 480V/3~ 500V/3~ 600V/3~ Omega Pro behuizing kg/h kg/h kg/h kg/h kg/h kg/h kg/h kg/h kg/h kg/h kg/h –– 2*18,1 2*19,7 ––...
  • Pagina 11: Identificatie Van Het Product

    Identificatie van het product Het product kan aan de hand van het typeplaatje worden geïdentificeerd: Productie Typeaanduiding Serienummer (7 posities) Maand/jaar Nordmann Engineering AG, Talstrasse 35-37, CH - Pfäffikon SZ Verwarmingsspanning Type: Nordmann Omega Pro 30 Serial-No: XXXXXXX 11.16 Voltage: 400V3 /50...60Hz El.
  • Pagina 12 Sleutel modelbenaming Voorbeeld: Nordmann Omega Pro 50 400V/3~ VE Productnaam Apparaatmodel Verwarmingsspanning: 230V/1~/50...60Hz: 230V/1~ 200V/3~/50...60Hz: 200V/3~ 230V/3~/50...60Hz: 230V/3~ 380V/3~/50...60Hz: 380V/3~ 400V/3~/50...60Hz: 400V/3~ 415V/3~/50...60Hz: 415V/3~ 440V/3~/50...60Hz: 440V/3~ 460V/3~/50...60Hz: 460V/3~ 480V/3~/50...60Hz: 480V/3~ 500V/3~/50...60Hz: 500V/3~ 600V/3~/50...60Hz: 600V/3~ Waterbeheer: VE: zonder kalkopvangreservoir voor OO-water of gedemineraliseerd water...
  • Pagina 13: Opties

    Opties Spanning Nordmann Omega Pro 230V/1~ 5...10 ––– ––– 200V/3~ ––– 16...30 40...60 230V/3~ 5...10 16...30 40...60 380V/3~ 5...10 16...40 50...80 400...415V/3~ 5...10 16...40 50...80 440...600V/3~ 16/20/30/40 50...80 Bedrijfs- en storingssignalering op afstand 1xRFI Plaat met relaiscontacten voor de aansluiting van telecommuni- catiemeldingen voor "bedrijf", "stoom", "storing"...
  • Pagina 14: Accessoires

    Accessoires 3.4.1 Overzicht accessoires Spanning Nordmann Omega Pro 230V/1~ 5...10 ––– ––– 200V/3~ ––– 16...30 40...60 230V/3~ 5...10 16...30 40...60 380V/3~ 5...10 16...40 50...80 400...415V/3~ 5...10 16...40 50...80 440...600V/3~ 16/20/30/40 50...80 Stoomverdeelbuis 1xDV81 2xDV81 Stoomverdeelbuis voor de stoomverdeling in het kanaal (zie Hoofdstuk 3.4.2.1 voor gedetailleerde informatie).
  • Pagina 15: Gedetailleerde Informatie Over Accessoires

    3.4.2 Gedetailleerde informatie over accessoires 3.4.2.1 Stoomverdeelbuis DV81-... De keuze van de stoomverdeelbuis DV81-… is afhankelijk van de kanaalbreedte "B" (voor horizontale inbouw) resp. de kanaalhoogte "H" (voor verticale inbouw) en de capaciteit van de stoomluchtbe- vochtiger. Belangrijk! Kies altijd een zo lang mogelijke stoomverdeelbuis (m.h.o. de optimalisering van de bevochtigingsafstand).
  • Pagina 16: 3.4.2.2 Stoomverdeelsysteem Multipipe

    3.4.2.2 Stoomverdeelsysteem MultiPipe Het stoomverdeelsysteem MultiPipe wordt toegepast in ventilatiekanalen met een korte bevochtigings- afstand (zie Hoofdstuk 5.4.2 voor de berekening van de bevochtigingsafstand). Geef bij de bestelling de afmetingen van het kanaal op. Let daarop op het volgende: Systeem 1 Systeem 2 Aantal stoomaansluitingen Max.
  • Pagina 17: Controle Van Levering, Opslag En Vervoer

    Controleer aan de hand van de pakbon of alle onderdelen geleverd zijn. Ontbrekende onderdelen moeten binnen 48 uur aan uw Nordmann-vertegenwoordiger worden gemeld. Nordmann Engineering AG is niet verantwoordelijk voor ontbrekend materiaal buiten deze periode. De levering bestaat standaard uit: –...
  • Pagina 18: Opslag En Vervoer

    Opslag en vervoer Opslag De Nordmann Omega Pro moet in de originele verpakking op een beschermde plaats onder de volgende omstandigheden worden opgeslagen: – Ruimtetemperatuur: 5 ... 40 °C – Ruimteluchtvochtigheid: 10 ... 75% RV Vervoer Vervoer het apparaat en onderdelen indien mogelijk altijd in de originele verpakking en gebruik daarvoor geschikte vervoermiddelen en geschikte hefwerktuigen.
  • Pagina 19: Montage- En Installatiewerkzaamheden

    Montage- en installatiewerkzaamheden Veiligheidsinstructies voor de montage- en installatiewerkzaamheden Kwalificaties van personeel Alle montage- en installatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door daartoe bevoegd en door de eige- naar gemachtigd gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Het is aan de klant om te controleren of de kwalificaties juist zijn.
  • Pagina 20: Installatieoverzichten

    Installatieoverzichten Typische installatie voor kanaalbevochtiging Vochtigheidssensor of vochtigheidsregelaar l o f t a k e o b s n d e Kanaal voor o l g e . 3 m e t v m i n n d i luchtafvoer t o t h Vochtigheidsschakelaar e k e...
  • Pagina 21 Typische installatie voor directe ruimtebevochtiging Ventilatieapparaat (afzonderlijk boven de stoomluchtbevochtiger gemonteerd) Stoomleiding FAN4 – zo kort mogelijk (lengte: min. 1 m en max. 4 m) – voldoende helling/verval min. 20 % – Geen vernauwingen – Waterafvoer op het diepste punt –...
  • Pagina 22: Apparaatmontage

    Apparaatmontage 5.3.1 Instructies voor de plaatsing van het apparaat * aanbevolen.: 250 mm . 5 0 m i n bijv. Omega Pro 60 2x "M" . 5 0 l e B m i n l e A Afb. 6: In acht te nemen afstanden Behuizing 1x Klein ("S") 1x Middelgroot ("M")
  • Pagina 23 De plaatsing van de Nordmann Omega Pro is in hoge mate afhankelijk van de plaats waar de stoom- verdeler wordt gemonteerd (zie Hoofdstuk 5.4.2). Om de juiste werking van de stoomluchtbevochtiger te waarborgen en een optimale efficiëntie te bereiken, moeten de volgende punten in acht worden genomen voor de plaatsing van de stoomluchtbevochtiger: –...
  • Pagina 24: Apparaat Monteren

    5.3.2 Apparaat monteren Overzicht montage stand-aloneapparaten klein en middelgroot formaat Maat Apparaatgrootte Omega Pro Omega Pro 5...10 ("S") 16...40 ("M") "a" in mm 193,5 193,5 "b" in mm 304,8 406,4 "c" in mm 57,6 61,8 Gewichten Apparaatgrootte Omega Pro Omega Pro 5...10 ("S") 16...40 ("M") Nettogewicht in kg...
  • Pagina 25: Controle Van De Apparaatmontage

    5.3.3 Controle van de apparaatmontage Controleer de volgende punten: Is het apparaat correct geplaatst (zie Hoofdstuk 5.3.1)? Is de draagconstructie sterk genoeg? Is het apparaat verticaal en horizontaal correct uitgelijnd? Is het apparaat correct bevestigd (zie Hoofdstuk 5.3.2)?
  • Pagina 26: Stoominstallatie

    Stoominstallatie 5.4.1 Overzicht stoominstallatie l o f t a k e o b s n d e o l g e . 3 m e t v m i n n d i t o t h e k e n d B o n b f s t a...
  • Pagina 27 Ventilatieapparaat (afzonderlijk boven de stoomluchtbevochtiger gemonteerd) FAN4 Stoomleiding – zo kort mogelijk (lengte: min. 1 m en max. 4 m) – voldoende helling/verval min. 20 % – Geen vernauwingen – Waterafvoer op het diepste punt Condensaatleiding – Slang of vaste leiding (met zelfde binnendiameter –...
  • Pagina 28: Plaatsing Van De Stoomverdeler

    5.4.2 Plaatsing van de stoomverdeler De plaats waar de stoomverdeler wordt gemonteerd, moet bij het ontwerp van de klimaatregeling worden bepaald. Neem om een correcte bevochtiging van de kanaallucht te waarborgen de volgende instructies in acht. Bepaling bevochtigingsafstand De uit de stoomverdeler komende stoom heeft een bepaalde afstand nodig, voordat de stoom in zoverre door de voorbijstromende lucht is opgenomen dat hij niet meer als nevel zichtbaar is.
  • Pagina 29 Voorbeeld uitgaande van: 1= 30% RV, 2= 70% RV φ φ Bevochtigingsafstand B 1,4 m (0,36 m voor stoomverdeelsysteem MultiPipe) Opmerking: Als de bevochtigingsafstand om installatietechnische redenen verkort worden, moet de stoomhoeveelheid per apparaat over meerdere stoomverdeelbuizen worden verdeeld of moet het stoomverdeelsysteem MultiPipe worden gebruikt.
  • Pagina 30 voor luchtrooster voor vochtigheidsregelaar/vochtigheidssensor voor/na verwarmingsregister/filter " ) ( 1 . 1 . 5 2,5 x B voor zweefstoffilter voor/na ventilator/zone-uitgang " ) ( 1 .
  • Pagina 31 Montage-instructies De stoomverdeelbuizen zijn ontworpen voor horizontale (aan de kanaalwand) of met accessoires voor de verticale montage (in de kanaalbodem). De uitblaasopeningen moeten altijd naar boven of in de tegengestelde richting van de luchtstroom wijzen. Indien mogelijk moeten de stoomverdeelbuizen altijd aan de drukzijde (max. kanaaldruk 1500 Pa) van het kanaal worden gemonteerd.
  • Pagina 32 1 / 4 1 / 4 gm i 1 / 4 gm i 1 / 4 2 / 5 2 / 5 1 / 5 1 / 5 1 / 5 1 / 5 1 / 5 1 / 5 H min.= 600 mm H min.= 500 mm H min.= 400 mm...
  • Pagina 33: Montage Van De Stoomverdeler

    Aanbevelingen voor de plaatsing van de ventilatieleidingen – Om de montage van de stoomverdeelbuizen te vergemakkelijken en voor controledoeleinden moet een voldoende grote onderhoudsopening in het ventilatiekanaal worden aangebracht. – In het gebied van de bevochtigingsafstand moet het ventilatiekanaal waterdicht worden uitgevoerd. –...
  • Pagina 34: Plaatsing En Montage Van De Ventilatieapparaten (Accessoire Fan4 N

    5.4.4 Plaatsing en montage van de ventilatieapparaten (accessoire FAN4 N..) De ventilatieapparaten FAN4 N.. kunnen naar keuze apart op de wand boven het apparaat worden ge- monteerd. Om ervoor te zorgen dat de stoomstroom van het ventilatieapparaat ongehinderd kan uitzetten en niet condenseert op obstakels (plafonds, dwarsbalken, pijlers, enz.) moeten bij het plaatsen van het ventilatieapparaat de volgende minimale afstanden in acht worden genomen.
  • Pagina 35: Montage Van De Stoom- En Condensaatleidingen

    5.4.5 Montage van de stoom- en condensaatleidingen Installatie-instructies – Gebruik voor de stoomleiding uitsluitend de originele stoom- en condensaatslangen van uw Nordmann-partner of vaste leidingen van koper of roestvrij staal (min. DIN 1.4301). Stoom- en condensaatleidingen die bestaan uit andere materialen kunnen onder bepaalde omstandigheden tot bedrijfsstoringen leiden.
  • Pagina 36: Installatievoorbeelden

    Installatievoorbeelden Accessoires: VS-DV81 Ømin. 200 mm Ømin. 200 mm Afb. 11: Stoomverdeelbuis is op meer dan 500 mm boven de bovenkant van het apparaat gemonteerd...
  • Pagina 37 Voor voldoende koeling zorgen conform plaatselijke voorschriften Obstakel Voor voldoende koeling zorgen conform plaatselijke voorschriften Op het diepste punt condensaatafvoer (zon- der afname van de diameter) monteren Afb. 12: Stoomverdeelbuis is op minder dan 500 mm boven of onder de bovenkant van het apparaat gemonteerd...
  • Pagina 38 Stoomleiding over de gehele lengte isoleren Ømin. 200 mm Afb. 13: Stoomleiding met vaste leidingen en isolatie...
  • Pagina 39: Fouten Bij De Plaatsing Van De Stoom- En Condensaatleiding

    5.4.6 Fouten bij de plaatsing van de stoom- en condensaatleiding Verkeerd Goed Slang is voor de eerste bocht minder dan 300 mm loodrecht Voer de slang voor de eerste bocht ten minste 300 mm naar boven gevoerd (condensaatvorming). loodrecht naar boven. Minimale buigstraal van de stoomslang/stoomleiding niet in Neem de minimale buigstraal van 300 mm (bij stoomslangen) acht genomen (condensaatvorming).
  • Pagina 40: Controle Van De Stoominstallatie

    5.4.7 Controle van de stoominstallatie Controleer de stoominstallatie op juistheid aan de hand van de volgende checklist: – Stoomverdeler Stoomverdeler (stoomverdeelbuis of MultiPipe-systeem) correct geplaatst en bevestigd? Staan de uitblaasopeningen van de stoomverdeler in een rechte hoek ten opzichte van de stroomrichting bij horizontale montage of in een hoek van 45°...
  • Pagina 41: Waterinstallatie

    Waterinstallatie 5.5.1 Overzicht waterinstallatie Waterafvoeraansluiting ø 30 mm Watertoevoeraansluiting G 3/4 inch Watertoevoerleiding (min. binnendiameter 8 mm, niet inbegrepen) Afvoerslang (inbegrepen) – Binnendiameter ø 30 mm Zeeffilterklep of – Afvoerslang altijd naar links wegleiden afsluitklep en filter 5 µm – Constant verval (min 15%/8,5 °) tot de afvoertrechter –...
  • Pagina 42: Instructies Voor De Waterinstallatie

    5.5.2 Instructies voor de waterinstallatie Watertoevoer De watertoevoer moet worden aangelegd volgens de overzichtsafbeelding in en de ter Hoofdstuk 5.5.1 plaatse geldende voorschriften voor waterinstallaties. Neem de gespecificeerde aansluitgegevens in acht. – De zeeffilterklep (accessoire Z261, in plaats daarvan kan een afsluitklep en een waterfilter van 5 µm worden geïnstalleerd) moet indien mogelijk in de onmiddellijke nabijheid van de stoomlucht- bevochtiger worden gemonteerd.
  • Pagina 43: Controle Van De Waterinstallatie

    – Bevestig de afvoerleiding zodanig dat deze tijdens het bedrijf niet uit de afvoertrechter kan glijden. – Het uiteinde van de afvoerleiding(en) mag de afvoertrechter(s) niet raken (er moet een luchtspleet van min. 2 cm zijn). 5.5.3 Controle van de waterinstallatie Controleer de volgende punten: –...
  • Pagina 44: Opmerkingen Over Bevochtigingsregelsystemen/Bevochtigingsregeling

    Opmerkingen over bevochtigingsregelsystemen/bevochtigingsregeling 5.6.1 Systeem 1 – ruimtebevochtigingsregeling Systeem 1 is geschikt voor directe ruimtebevochtiging en voor luchtbehandelingsinstallaties met voornamelijk circulatielucht. De vochtvoeler resp. hygrostaat wordt bij voorkeur in het afvoerluchtkanaal of direct in de ruimte gemonteerd. Vochtvoeler Ventilatorvergrendeling Stromingsschakelaar Maximaalhygrostaat Hygrostaat Continuregelaar extern (bijv.
  • Pagina 45: Systeem 3 - Continuregeling Van De Relatieve Vochtigheid In De Toegevoerde Lucht

    5.6.3 Systeem 3 – continuregeling van de relatieve vochtigheid in de toegevoerde lucht De regeling van de relatieve vochtigheid in de toegevoerde lucht dient alleen daar te worden toegepast, waar de regeling van relatieve vochtigheid in de ruimte om installatietechnische redenen niet mogelijk is. Bij deze installaties vindt de vochtregeling steeds met behulp van een PI-regelaar plaats.
  • Pagina 46: Toegestane Regelsignaalen

    5.6.5 Toegestane Regelsignaalen Regeling via een Regeling via een externe vochtigheidsregelaar interne PI-regelaar Regelsignaalen Vochtvoelersignalen 0...5 VDC 0...5 VDC 1...5 VDC 1...5 VDC 0...10 VDC (potentiometer 140 Ω ... 10 kΩ) 0...10 VDC (potentiometer 140 Ω ... 10 kΩ) 2...10 VDC 2...10 VDC 0...20 VDC 0...20 VDC...
  • Pagina 47: Elektrische Installatie

    Elektrische installatie 5.7.1 Instructies voor de elektrische installatie GEVAAR! Gevaar van elektrische schokken De Nordmann Omega Pro werkt met netspanning. Bij geopende apparaten kunnen stroomvoe- rende onderdelen blootliggen. Het aanraken van stroomvoerende onderdelen kan tot ernstig letsel of de dood leiden. Houd u daarom aan de volgende instructie: Sluit de Nordmann Omega Pro pas aan op het elektriciteitsnet, als alle montagewerkzaamheden voltooid zijn, alle installaties op een correcte uitvoering zijn gecontroleerd en het apparaat weer correct gesloten en vergrendeld is.
  • Pagina 48: Elektrisch Schema Nordmann Omega Pro 5

    5.7.2 Elektrisch schema Nordmann Omega Pro 5...40 - stand-aloneapparaten "S" en "M" Besturingskast LEVEL POWER DRN2 J3 DRN1 J2 INLET J1 UNIT BOARD SUPPLY L1 L2 Driverkaart L1 L2 L3 CR2032 CONTROL LIMIT BLOWER ENABLE 24VDC MODULE B MAINS SUPPLY V+ INGND IN GND 24V IN 24V IN...
  • Pagina 49: Elektrisch Schema Nordmann Omega Pro 40

    5.7.3 Elektrisch schema Nordmann Omega Pro 40...80 - dubbele apparaten 2x "M" Besturingskast module A Besturingskast module B LEVEL POWER DRN2 J3 DRN1 J2 INLET J1 UNIT BOARD SUPPLY L1 L2 Driverkaart module B Y1 Y2 L1 L2 L3 CR2032 CONTROL LIMIT BLOWER...
  • Pagina 50: Aansluitwerkzaamheden Externe Aansluitingen

    5.7.4 Aansluitwerkzaamheden externe aansluitingen Aansluiting externe veiligheidsketting De potentiaalvrije contacten van externe bewakings- MAINS SUPPLY apparaten (bijv. ventilatievergrendeling B1, stromings- L N SC1SC2PEPE schakelaar B2, veiligheidshygrostaat B3, enz.) worden volgens het schema in serie (veiligheidsketting K2) op de klemmen "SC1" en "SC2" op de driverkaart aan- Besturingskast gesloten.
  • Pagina 51 Aansluiting ohmse vochtigheidsregelaar (passief) De signaalkabel van een ohmse vochtigheidsregelaar (140 Ω...10 kΩ) wordt conform het schema aangesloten op de contacten "V+", "IN" en "GND" op de driverkaart in de besturingskast. De aansluitkabel moet via een geschroefde kabelver- CONTROL binding de besturingskast in worden gevoerd. V+ IN GND Opmerking: Voor de aansluiting van een ohmse vochtig- heidsregelaar moet jumper "JP2"...
  • Pagina 52 Aansluiting externe ohmse begrenzingsregelaar De signaalkabel van een externe ohmse begrenzings- regelaar (140 Ω...10 kΩ) wordt volgens het schema aangesloten op de contacten "V+" (klemmenblok "X8"), "IN" en "GND" (klemmenblok "X9") op de stuurkaart in de besturingskast. CONTROL LIMIT De aansluitkabel moet via een geschroefde kabelver- V+ IN GND IN GND binding de besturingskast in worden gevoerd.
  • Pagina 53 Aansluiting accessoirekaart (optie) De optionele accessoirekaart bezit vier potentiaalvrije relaiscontacten voor de aansturing van externe venti- latoren van het ventilatiesysteem en van de optionele F1 (100 mA) klep voor de spoeling van de watertoevoerleiding: – "Hyg. Valve A" (klemmen 1 en 2): Dit relais activeert de op module A aangesloten Hyg.
  • Pagina 54 Aansluiting extern aftapcontact (optie) Het potentiaalvrije contact van een extern aftapcontact wordt volgens het schema aangesloten op de klemmen LEVEL van het klemmenblok "J8" op de overeenkomstige UNIT stuurkaart. De aansluitkabel moet via een geschroefde kabelverbinding de besturingskast in worden gevoerd. Besturingskast OPGELET! Verbind geen externe spanning via het externe aftapcontact "B5"...
  • Pagina 55 Aansluiting verwarmingsspanning L1 L2 L1 L2 L2 L3 L2 L3 Besturingskast Besturingskast (Module A) (Module B) 200-600 V/3~/50..60 Hz 200-600 V/3~/50..60 Hz 230 V/1~/50..60 Hz 230 V/1~/50..60 Hz De verwarmingsspanningsvoorziening (L1, L2, L3 en PE of L1, N en PE) wordt conform het schema aangesloten op de overeenkomstige klemmen op de terminal block "THV".
  • Pagina 56 Aansluiting spanningsvoorziening via optie TR (voor systeem met 3-fasige enkelvoudige spanning) MODULE B MAINS SUPPLY MODULE B MAINS S L1 L2 L1 L2 L N SC1SC2PEPE L N SC1 Voedingskabel (Module A / Module B) 6,3 A, met ver- traging werkend L2 L3 Optie TR Besturingskast...
  • Pagina 57 Aansluiting spanningsvoorziening via optie CVI (voor systeem met 3-fasige enkelvoudige spanning/nuldraad) MODULE B MAINS SUPPLY MODULE B MAINS S L1 L2 L1 L2 L N SC1SC2PEPE L N SC1 Voedingskabel (Module A / Module B) L2 L3 6,3 A, met vertra- ging werkend Optie CVI Besturingskast...
  • Pagina 58: Prestatiewaarden / Zekeringen "F3" Verwarmingsspanningsvoorziening

    5.7.5 Prestatiewaarden / Zekeringen "F3" verwarmingsspanningsvoorziening 230V/1~/50...60 Hz 200V/3~/50...60 Hz 230V/3~/50...60 Hz 380V/3~/50...60 Hz 400V/3~/50...60 Hz 415V/3~/50...60 Hz Omega 16,5 –– –– –– –– –– 26,0 –– –– –– –– –– 15,0 32,0 10,0 –– –– –– –– –– 18,5 10,2 10,0 11,0...
  • Pagina 59: Controle Van De Elektrische Installatie

    5.7.6 Controle van de elektrische installatie Controleer de volgende punten: Komen de voedingsspanningen voor de verwarmings- en stuurspanning overeen met de specificaties in het elektrische schema? Zijn de voedingsspanningen (verwarmings- en stuurspanning) van de correcte zekeringen voorzien? Zijn in de voedingsleidingen van de verwarmings- en stuurspanningsvoorzieningen de onderhouds- schakelaars "Q.."...
  • Pagina 60: Bijlage

    Bijlage Maattekeningen 6.1.1 Maattekening apparaat "S" (Omega Pro 5...10) 173.5 71.7 123.8 80.2 304.8 57.6 304.8 57.6 G 3/4" 211.5 Afb. 22: Maattekening apparaat "S" (afmetingen in mm)
  • Pagina 61: Maattekening Apparaat "M" (Omega Pro 16

    6.1.2 Maattekening apparaat "M" (Omega Pro 16...80) 181.8 163.5 61.8 88.5 406.5 61.8 406.5 61.8 G 3/4" 321.5 Afb. 23: Maattekening apparaat "M" (afmetingen in mm)
  • Pagina 62: Ce-Conformiteitsverklaring

    CE-conformiteitsverklaring Konformitätserklärung Declaration of conformity Déclaration de conformité Wir, Nous, Nordmann Engineering AG Nordmann Engineering Ltd. Nordmann Engineering SA CH-8808 Pfäffikon SZ CH-8808 Pfäffikon SZ CH-8808 Pfäffikon SZ erklären in alleiniger Verantwortung, declare under our sole responsibility, that déclarons sous notre seule...
  • Pagina 64 CH94/0002.01 Nordmann Engineering AG Lindenhofstrasse 28, CH-4052 Basel Phone +41 61 404 46 50, Fax +41 61 404 46 79 www.nordmann-engineering.com, info@nordmann-engineering.com...

Inhoudsopgave