5.6
Opmerkingen over bevochtigingsregelsystemen/bevochtigingsregeling
5.6.1
Systeem 1 – ruimtebevochtigingsregeling
Systeem 1 is geschikt voor directe ruimtebevochtiging en voor luchtbehandelingsinstallaties met voornamelijk
circulatielucht. De vochtvoeler resp. hygrostaat wordt bij voorkeur in het afvoerluchtkanaal of direct in de ruimte
gemonteerd.
A1
Vochtvoeler
B1
Ventilatorvergrendeling
B2
Stromingsschakelaar
B3
Maximaalhygrostaat
B4
Hygrostaat
PI
Continuregelaar extern (bijv. PI-regelaar)
E
PI
Interne P/PI-regelaar
I
Y
Ingangssignaal van A1
Afb. 17: Systeem 1 – ruimtebevochtigingsregeling
5.6.2
Systeem 2
vochtgehalte in de toegevoerde lucht
Systeem 2 is geschikt voor luchtbehandelingsinstallaties met een groter buitenluchtaandeel bij een lage tem-
peratuur van de toegevoerde lucht, bij nabevochtiging of bij een variabel luchtstroomvolume. Wanneer de
vochtigheid van de toegevoerde lucht de voorgeschreven waarde overschrijdt, heeft de continubegrenzing voorrang
op de regeling van de luchtvochtigheid van de ruimte.
De vochtvoeler (A1) wordt bij voorkeur in het afvoerluchtkanaal of direct in de ruimte gemonteerd. De vochtvoeler
(A2) t.b.v. de continue begrenzing van de vochtigheid van de toegevoerde lucht wordt achter de stoomverdeelpijp
in het luchtkanaal aangebracht. Voor deze vorm van regeling is een continuregelaar met een aansluiting voor een
tweede vochtvoeler nodig.
Let op! De continubegrenzing van de vochtigheid van de toegevoerde lucht is geen vervanging voor de
maximaalhygrostaat.
A1/2 Vochtvoeler
B1
Ventilatorvergrendeling
B2
Stromingsschakelaar
B3
Maximaalhygrostaat
PI
Continuregelaar extern (bijv. PI-regelaar)
E
PI
Interne P/PI-regelaar
I
Y
Ingangssignaal van A1
Z
Ingangssignaal van A2
Afb. 18: Systeem 2
de toegevoerde lucht
44
–
ruimtebevochtigingsregeling met continue begrenzing van het
–
ruimtebevochtigingsregeling met continue begrenzing van het vochtgehalte in