3.2
Eisen aan het personeel
Montage en bediening mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd of speciaal opgeleid personeel.
De elektrische aansluitingen en de bedrading van het apparaat moet worden uitgevoerd door vakpersoneel volgens de geldende
nationale en lokale voorschriften.
3.3
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Tijdens alle werkzaamheden aan de installatie moeten de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen, zoals
b.v. gehoorbescherming, oogbescherming, veiligheidsschoenen, helm, beschermende kleding, beschermende handschoenen.
Informatie over persoonlijke beschermingsmiddelen vindt u in de nationale voorschriften van het land van opstelling.
3.4
Beoogd gebruik
Het apparaat is een bijvulstation voor verwarmings- en koelwatersystemen. Het apparaat dient voor het houden van de waterdruk en
voor het bijvullen van water in een installatiesysteem. Het apparaat mag alleen worden gebruikt in tegen corrosie beschermde, gesloten
systemen met de volgende soorten water:
•
Niet corrosief
•
Chemisch niet agressief
•
Niet giftig
Het binnendringen van zuurstof d.m.v. permeatie in het gehele verwarmings- en koelwatersysteem, bijvulwatercircuit, enz. moet
betrouwbaar worden geminimaliseerd tijdens de werking.
3.5
Oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
Het apparaat is niet geschikt voor de volgende omstandigheden:
•
Voor gebruik als mobiele installatie.
•
Voor gebruik buitenshuis.
•
Voor gebruik met minerale oliën.
•
Voor gebruik met brandbare stoffen.
•
Voor gebruik met gedestilleerd water.
Opmerking!
Wijzigingen aan het hydraulische systeem of aanpassingen van de schakeling zijn verboden.
Fillcontrol Auto — 06.07.2016 - Rev. B
Veiligheid
Nederlands — 7