6.3
Uitvoering
OPGELET
Schade door ondeskundige montage
Door aansluitingen van buisleidingen of door apparaten van de installatie kunnen extra belastingen van het apparaat ontstaan.
•
Zorg dat de buisaansluitingen tussen apparaat en installatie gemonteerd zijn zonder spanningen.
•
Ondersteun zo nodig de buisleidingen of apparaten.
Opmerking!
Er ontstaan trillingen door het starten van de pomp in het apparaat. Deze overdragen luidruchtige geluiden in de
leidingen van de installatie.
–
Sluit de buisleidingen aan op de aansluitpunten van het apparaat.
In installatiesystemen met een membraan-expansievat moet het apparaat in de nabijheid ervan worden geïnstalleerd. Dit zorgt ervoor
dat de vereiste vuldruk voor het bijvullen van water via de druksensor in het apparaat wordt gedetecteerd. De vuldruk is afhankelijk van
de minimale werkdruk van het systeem. Voor de berekening van minimale werkdruk,zie hoofdstuk 7.2 "Minimale werkdruk P
besturing bepalen" op pagina 26.
Voer de volgende werkzaamheden uit voor de montage:
1. Positioneer het apparaat.
2. Breng de wateraansluitingen tussen het apparaat en de installatie tot stand.
–
Gebruik aansluitingen met dezelfde maten om de leidingen op het apparaat aan te sluiten.
3. Sluit indien nodig de interfaces aan volgens het klemmenschema.
Fillcontrol Auto — 06.07.2016 - Rev. B
Montage
voor
0
Nederlands — 17