3.5
Systeemontwerp i.v.m. aanvoer van afdichtvloeistof en
koelvloeistof
3.5.1
Inleiding
Uw LR-pomp kan worden geleverd met een gemonteerd aanvoersysteem voor afdichtvloeistof en koelvloeistof,
in een van de volgende drie configuraties, zoals beschreven in Hoofdstukken
Als uw LR-pomp niet met een dergelijk systeem wordt geleverd, moet u de pomp installeren in een
voedingssysteem dat:
afdichtvloeistof naar de pomp aanvoert.
koelvloeistof naar de afdichtingen in de pomp aanvoert, om deze afdichtingen te koelen. Dit is een optie
voor standaard LR-pompen maar wél verplicht voor ATEX LR-pompen, om te verzekeren dat de temperatuur
van de afdichtingen binnen de temperatuurclassificatie van de pomp blijft (zie
Uw voedingssysteem moet op een van de volgende drie manieren worden geconfigureerd (getoond in
Totaal hercirculatiesysteem: zie
Gedeeltelijk hercirculatiesysteem: zie
Systeem met eenmalige doorvoer: zie
Als u de pomp in een voedingssysteem moet installeren, moet uw systeemontwerp garanderen dat:
De koelvloeistofleidingen (5) koelvloeistof aanvoeren naar de afdichtingen in de pomp. Deze
aanvoerleidingen zijn een optie op standaard LR-pompen, maar wél verplicht op ATEX LR-pompen.
Bij ATEX LR-pompen mag de koelvloeistofaanvoer niet worden onderbroken en moet er in de aanvoerleiding
een debietschakelaar (4) worden ingebouwd die u zodanig moet aansluiten dat deze schakelaar de pomp
stillegt wanneer er geen aanvoer van koelvloeistof is.
De aanvoerleidingen voor afdichtvloeistof en koelvloeistof naar de pomp moeten schoon zijn.
U mag de pomp niet starten als het afdichtvloeistofpeil hoger is dan de hartlijn van de pomp. Om dit te vermijden
moet u de pomp configureren zoals afgebeeld in
beschreven in
Hoofdstuk
4.2.
3.5.2
Aanvoersysteem voor afdichtvloeistof en koelvloeistof met totale hercirculatie
Een systeem met totale hercirculatie beperkt de hoeveelheid niet meer bruikbare afdichtvloeistof uit de pomp tot
een minimum. Een dergelijk systeem kan bijzonder doeltreffend zijn in een proces ter verwijdering van solventen of
in een drogingsproces waar procesdampen binnen in de pomp condenseren; de gebruikte afdichtvloeistof kan
dezelfde zijn als de gecondenseerde procesdampen.
Raadpleeg
Figuur
1, detail A. De afdichtvloeistof die aan de perszijde (uitlaat) van de pomp naar buiten komt, wordt
in de afdichtvloeistoftank (13) afgescheiden van de verpompte gassen en dampen; deze tank wordt aangesloten aan
de perszijde (uitlaat) van de pomp op de afvoerleiding (19).
De afdichtvloeistof wordt vervolgens via een warmtewisselaar (12) naar de pomp gehercirculeerd. Dit voert de
compressiewarmte en alle latente condensatiewarmte uit de gehercirculeerde afdichtvloeistof af.
Zorg zo nodig voor koelvloeistofaanvoerleidingen: zie
© Edwards Limited 2008. Alle rechten voorbehouden.
Edwards en het Edwards logo zijn handelsmerken van Edwards Limited.
Hoofdstuk
3.5.2.
Hoofdstuk
3.5.3.
Hoofdstuk
3.5.4.
Figuur
1, detail A, B of C en moet u de pomp opstarten zoals
Hoofdstuk
3.5.1.
A750-01-886 Issue B
3.5.2
tot 3.5.4.
Hoofdstuk
1.3.2).
Figuur
1):
Pagina 17