Afdrukken
De printer drukt niet af
Het lampje Pause (Onderbreken) is uit, maar er wordt niets
afgedrukt.
Oorzaak
De software is mogelijk
niet goed geïnstalleerd.
De interfacekabel voldoet
mogelijk niet aan de
specificaties van de printer
of de computer.
De printer is mogelijk niet
correct ingesteld.
De lampjes Paper Out (Geen papier) en Pause (Onderbreken)
branden en er klinken drie pieptonen.
Oorzaak
Er bevindt zich mogelijk
geen papier in de printer.
Te verrichten handeling
Ga na of de software goed op de printer is
geïnstalleerd (zie Begin hier). Controleer de
printerinstellingen van de software.
Controleer beide uiteinden van de
interfacekabel. Zorg ervoor dat de kabel
voldoet aan de specificaties voor zowel de
printer als de computer.
Wanneer u Windows 98, Me, 2000 of
Windows NT 4.0 gebruikt, klikt u op Start en
wijst u Settings (Instellingen) aan, en klikt u
vervolgens op Printers. Klik in Windows XP
op Start, Control Panel (Configuratiescherm)
en klik vervolgens op Printers and Faxes
(Printers en faxapparaten). Wanneer het
pictogram wordt weergegeven van de
printer die u gebruikt, klikt u met de
rechtermuisknop op het pictogram en kiest
u Properties (Eigenschappen). Klik
vervolgens op de tab Ports (Poorten) of
Details en kies de gewenste poort.
Te verrichten handeling
Laad papier in de printer.
99