Opmerking:
Verwijder eventuele speling door voorzichtig vanaf de achter- of
onderzijde aan het papier te trekken.
8. Als u het binnenkomende papier wilt scheiden van het
afgedrukte papier, gebruikt u de papiergeleider. Houd de
geleider horizontaal vast en plaats de inkepingen van de
geleider over de bevestigingsnokjes van de printer. Schuif
vervolgens de papiergeleider naar de achterzijde van de
printer totdat u voelt dat de papiergeleider vastklikt en stel
daarna de randgeleiders in op de breedte van het papier.
9. Breng het printerdeksel aan en pas de papierpositie aan met
de knop voor de papierinvoer. Verdraai de knop totdat de
perforatie tussen pagina's zich net boven de printerkop
bevindt. Zet vervolgens de printer aan.
10. Zorg ervoor dat het printerdeksel gesloten is, met de
afdekking van de papiergeleider open. Het afdrukken wordt
gestart zodra de printer gegevens heeft ontvangen.
Als u de positie wilt wijzigen waarop het afdrukken op een pagina
begint, drukt u op LF/FF om de pagina naar de volgende positie
voor de bovenkant van het formulier te verplaatsen en vervolgens
raadpleegt u "De "bovenkant van formulier"-positie aanpassen"
in het volgende gedeelte om de laadpositie te wijzigen.
Werp het papier uit door het papier dat de printer wordt
ingevoerd af te scheuren en druk vervolgens op de knop LF/FF
om het papier verder in te voeren.
27