Afb. 34
Afb. 35
A
B
Afb. 36
Afb. 37
2.
Om een gelijkmatig loopgedrag te bereiken de toerentalrege-
laar al naargelang de bodemgesteldheid en dichtheid in het
werkbereik (I) verstellen.
ð Werkbereik (I) = 3600 tot 4200 min
3.
Als de machine bij sterk verdichte grond uit het trilritme raakt,
evt. het motortoerental en/of de helling van de machine iets
veranderen.
AANWIJZING!
B-541-0011
Centrifugaalkoppeling kan beschadigd worden!
–
4.
Als de indicatie [LOW] (laag) verschijnt, het motortoerental
verhogen.
B-541-0155
5.
Voorwaartse snelheid aanpassen door de belasting van de
geleidebeugel:
(A) Geen belasting - langzaam vooruit
(B) Sterke belasting - snel vooruit
B-541-0013
6.
Bij korte pauzes toerentalregelaar altijd in stand "MIN" zetten.
B-541-0012
DR7X
Bediening – Werkbedrijf
Niet werken bij motortoerentallen onder het
werkbereik.
-1
53