Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Transmissiefilter Vervangen; Smeerolie In De Achteras Controleren; (Uitsluitend Model 03551); Toespoor Van Achterwiel Controleren En Afstellen - Toro Reelmaster 5500-D Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Reelmaster 5500-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

Transmissiefilter vervangen

Vervang het transmissiefilter na de eerste 200 bedrijfsuren;
daarna moet dit om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks
gebeuren, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden.
Als u het filter vervangt, mag u uitsluitend een Toro–filter
(Onderdeelnr. 110–4146) monteren.
Belangrijk
Als een ander filter wordt gebruikt, kan de
garantie van bepaalde onderdelen komen te vervallen.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de
maaidekken neer, zet de motor af, stel de parkeerrem in
werking en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Reinig de omgeving van de plaats waar het filter wordt
gemonteerd. Plaats een opvangbak onder het filter en
verwijder het filter.
3. Smeer de nieuwe filterpakking en vul het filter met
hydraulische vloeistof.
4. Zorg ervoor dat de plaats waar het filter wordt
bevestigd, schoon is. Draai het nieuwe filter totdat de
pakking contact maakt met de bevestigingsplaat.
Schroef het filter vervolgens nog een halve slag verder
vast.
5. Start de motor en laat deze ongeveer twee minuten
lopen om lucht uit het systeem te verwijderen. Zet de
motor af en controleer op olielekkages. Controleer het
vloeistofpeil en vul indien nodig olie bij.
Smeerolie in de achteras
controleren

(uitsluitend Model 03551)

Om de 800 bedrijfsuren moet de olie in de achteras worden
ververst.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Reinig de omgeving van de aftappluggen.
3. Verwijder de aftapplug zodat de olie in de
opvangbakken kan lopen.
4. Nadat de olie is weggelopen, brengt u
schroefdraadafdichtkit aan op de schroefdraad van de
aftapplug en plaatst u de plug weer in de as.
1
Figuur 67
1. Aftapplug
5. Vul de as met smeerolie; zie Smeerolie in de achteras
controleren, blz. 23.
Toespoor van achterwiel
controleren en afstellen
Om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks moet het toespoor van
het achterwiel worden gecontroleerd.
1. Meet de afstand hart-op-hart van het toespoor (ter
hoogte van de assen) aan de voorzijde en de achterzijde
van de stuurwielen. De afstand aan de voorkant moet
±3 mm kleiner zijn dan de afstand aan de achterkant.
1
Figuur 68
1. Spoorstang
2. Draai de klemmen aan beide uiteinden van de
spoorstang los om ze te kunnen afstellen.
3. Draai de spoorstang rond om de voorkant van het wiel
naar binnen of naar buiten te bewegen.
4. Draai de klemmen van de spoorstang weer vast als de
afstelling correct is.
48
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0355003551

Inhoudsopgave