Hydraulische slangen en
leidingen controleren
Controleer dagelijks de hydraulische leidingen en slangen
op lekkages, kinken, loszittende steunen, slijtage,
loszittende aansluitingen, slijtage door weersinvloeden en
de inwerking van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke
reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.
Waarschuwing
Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan
door de huid heen dringen en letsel veroorzaken.
• Hydraulische vloeistof die per ongeluk in de
huid is geïnjecteerd, moet binnen enkele uren
operatief worden verwijderd door een arts die
bekend is met dit type verwondingen. Anders
kan gangreen ontstaan.
• Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine
lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge
druk hydraulische vloeistof ontsnapt.
• U kunt lekken in het hydraulische systeem
opsporen met behulp van karton of papier.
• Hef alle druk in het hydraulische systeem op
veilige wijze op, voordat u werkzaamheden gaat
verrichten aan het hydraulische systeem.
• Controleer of alle hydraulische slangen en
leidingen in goede staat verkeren en alle
hydraulische aansluitingen en
verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u
druk zet op het hydraulische systeem.
De testpoorten van het
hydraulische systeem gebruiken
De testpoorten worden gebruikt om de druk in de
hydraulische circuits te testen. Neem contact op met uw
plaatselijke Toro–dealer als u hulp nodig heeft.
1. Testpoort Nr. 1 wordt gebruikt om problemen met het
hydraulische circuit voor de frontmaaidekken en hef
cilinders te verhelpen.
2
Figuur 59
1. Testpoort Nr. 1
1
2. Testpoort Nr. 2
43
2. Testpoort Nr. 2 wordt gebruikt om problemen met het
hydraulische circuit voor de achtermaaidekken te
verhelpen.
3. Testpoort Nr. 3 bevindt zich op de achterkant van de
hydrostatische transmissie en wordt gebruikt om de
laaddruk van de transmissie te meten.
4. Testpoort Nr. 4 bevindt zich op de achterkant van het
hefblok en wordt gebruikt om problemen met de
hydraulische hefinrichting te verhelpen.
De tractieaandrijving afstellen
voor de neutraalstand
De machine mag niet kruipen als het tractiepedaal niet is
ingetrapt. Als de machine kruipt, is afstelling vereist.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zet
de motor af en laat de maaidekken neer op de grond.
Trap alleen het rechterrempedaal en stel de parkeerrem
in werking.
2. Krik de linkerkant van de machine omhoog totdat het
voorwiel vrij komt van de vloer van de werkplaats.
Zorg ervoor dat de machine steunt op de rustpunten van
de krik om te voorkomen dat de machine per ongeluk
valt.
Opmerking: Op modellen met vierwielaandrijving, moet
ook het linker achterwiel vrijkomen van de vloer of de
aandrijfas van de vierwielaandrijving moet worden
verwijderd.
3. Draai de borgmoer op de afstelnok van de tractie los
onder de rechterkant van de machine.
Figuur 60
1. Afstelnok van de tractie
1