Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ford RANGER 2014 Instructieboekje pagina 38

Inhoudsopgave

Advertenties

De sensors zijn een afschrikmiddel voor
indringers doordat ze elke beweging in uw
auto met behulp van sensors registreren.
Als het alarm wordt ingeschakeld, worden
de interieursensors ingeschakeld.
N.B.: Raadpleeg een erkende dealer om de
interieurbewegingssensor permanent uit te
schakelen.
N.B.: De standkachel kan valse alarmen
genereren. Als u een standkachel gebruikt,
moet u de luchtstroom naar de beenruimte
richten.
Sirene met afzonderlijke accu
De sirene met afzonderlijke accu is een
aanvullend alarmsysteem waarbij een
sirene klinkt wanneer het alarm afgaat.
Wanneer u uw auto vergrendelt, wordt het
systeem ingeschakeld. De sirene heeft zijn
eigen accu en wordt ingeschakeld zodra
iemand de accukabels of de accu van de
sirene zelf loskoppelt.
Alarm activeren
Wanneer het alarm is ingeschakeld, kan
het op een van de volgende manieren
worden geactiveerd:
Indien iemand een portier of de
motorkap opent zonder geldige sleutel
of afstandsbediening.
Indien iemand het multifunctionele
display verwijdert.
Indien u het contact inschakelt zonder
geldige sleutel.
Indien de interieursensors bewegingen
in uw auto registreren.
Bij auto's met een sirene met
afzonderlijke accu, wanneer iemand de
accukabels of de accu van de sirene
zelf loskoppelt.
Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None
Beveiliging
Wanneer het alarm is geactiveerd, klinkt
de alarmclaxon gedurende 30 seconden
en knipperen de
waarschuwingsknipperlichten vijf minuten.
Iedere verdere poging om een van
bovenstaande handelingen uit te voeren
activeert het alarm opnieuw.
Volledige en gereduceerde
beveiliging
Volledige beveiliging
Volledige beveiliging is de standaard
instelling.
Bij volledige beveiliging zijn de
interieursensors ingeschakeld als u het
alarm inschakelt.
N.B.: Dit kan resulteren in een vals alarm
wanneer dieren of bewegende voorwerpen
in uw auto aanwezig zijn.
Gereduceerde beveiliging
N.B.: Raadpleeg een erkende dealer om
deze functie in of uit te schakelen.
Bij gereduceerde beveiliging zijn de
interieursensors uitgeschakeld wanneer u
het alarm inschakelt.
N.B.: Gereduceerde beveiliging is alleen
beschikbaar op auto's met centrale
vergrendeling via afstandsbediening.
N.B.: U kunt de gereduceerde beveiliging
slechts gedurende één contactcyclus
inschakelen. De volgende keer dat u de auto
ontgrendelt en daarna weer vergrendelt met
de afstandsbediening, zal het alarm worden
teruggezet naar volledige beveiliging.
Volledige of gereduceerde beveiliging
selecteren
Vergrendel de portieren met de sleutel om
gereduceerde beveiliging in te schakelen.
Ontgrendel de portieren met de sleutel of
de afstandsbediening om gereduceerde
beveiliging uit te schakelen.
36

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave