6
Onderhoud
Neem tijdens het onderhoud de veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 2.6 op pagina 13 in acht.
De eigenaar (bestuurder) is voor regelmatig onderhoud verantwoordelijk.
Reinig de frontlader voor dat u onderhoud gaat plegen. Dit geldt met name voor onderhoud aan de
hydraulische componenten.
G e v a a r
Gebruik uitsluitend onderdelen die door de fabrikant toegelaten zijn.
De onderhoudsintervallen zijn aangegeven in effectieve draaiuren van de trekker met frontlader.
Deze onderhoudsintervallen zijn gebaseerd op normale frontladerwerkzaamheden. Verkort de
onderhoudsintervallen wanneer er sprake is van zware werkzaamheden.
6.1 Hydrauliek
Voor onderhoud aan de hydrauliek gelden de voorschriften en de handleiding van de trekkerhydrauliek.
Orienteer u op de onderhoudsintervallen zoals met vergelijkbare onderdelen als op uw tractor.
G e v a a r
Werk aan de hydrauliek altijd zuiver en schoon. Schone hydrauliekolie voorkomt storingen.
G e v a a r
Controleer het oliepeil van de trekker op een vlakke ondergrond en met de lader naar beneden.
Gebruik de hydrauliekolie die in de trekkerhandleiding aangegeven wordt.
G e v a a r
Systeem bevat een accumulator onder druk bij uitvoering met "Comfort-Drive".
Alvorens reparatie werkzaamheden druk aflaten: met laderarm naar onderste positie en de kraan van
Comfort-Drive open het commando ZAKKEN met de bediening geven om zo de druk weg te laten lopen.
Accumulator niet openen, geen gas navullen!
Laat een defecte accumulator door uw dealer vervangen.
Bedien de afsluitkraan maandelijks, om vast zitten te voorkomen.
G e v a a r
Controleer de hydrauliekleidingen en koppelingen op slijtage en lekkage.
Vernieuw versleten of oude lekke hydrauliekleidingen.
G e v a a r
Repareer of vervang lekke hydraulische cilinders.
Bij reparatie aan cilinders heeft u speciaal gereedschap nodig.
Laat defecte cilinders daarom bij de dealer repareren.
34
Onderhoud