3.3 Bediening van de frontlader
A...Frontlader - Heffen
B...Frontlader - Zakken
C...Werktuig - Scheppen
D...Werktuig - Afkiepen
S...Frontlader – Zweefstand
Heffen:
Trek de hendel naar achteren om de frontlader te
heffen (A).
Zakken:
Beweeg de hendel naar voren om de frontlader te
laten zakken (B).
Pas op
De frontlader niet in zweefstand laten zakken. Ook
de lader niet met weinig motortoeren laten zakken
zodat de retourstroom te veel geknepen wordt.
Anders kan door onstane vacuum in de hefcilinders
de lader zakken als een werktuig afgekiept wordt.
.
Scheppen:
Beweeg de hendel naar links om het werktuig op te
scheppen (C).
Afkiepen:
Beweeg de hendel naar rechts om het werktuig af te
kiepen (D).
Zweefstand:
Wanneer u de hendel helemaal naar voren duwt door een
weerstand heen dan staat de lader in de zweefstand (S).
In de zweefstand zakt de frontlader op de grond. Tijdens het
rijden in de zweefstand past de lader zich aan de
bodemcontouren aan.
Pas op
Zweefstand alleen inschakelen als lader op
bodemniveau staat. Anders kan door onstane
vacuum in de hefcilinders de lader zakken als een
werktuig afgekiept wordt.
De zweefstand wordt opgeheven wanneer u de hendel weer
in de neutrale positie trekt.
Nascheppen (Heffen + Scheppen):
Beweeg de hendel gelijktijdig naar links en naar achteren.
Het werktuig wordt dan tot de maximale aankiephoek aan
getrokken en de lader gaat tegelijk omhoog.
Bij FZ, FZ+ en FZ L frontladers wordt het nascheppen
hiermee bereikt. Tijdens het heffen wordt automatisch de
aankiephoek vergroot.
20
Frontlader