3.6 Aan- en afkoppelen van werktuigen
Het aan- en afkoppelen van werktuigen mag alleen
door de bestuurder geschieden.
Aankoppelen
P a s o p
Veerspanning op handgreep, letselgevaar!
1. Trek de vergrendelstang uit en draai
de handgreep naar rechts zodat het op de handgreep
aangebrachte blokje aan de onderzijde van het
sleufgat blijft haken (A).
Hierdoor blijft de werktuigvergrendeling in geopende
stand staan.
2. Breng het snelwisselframe onder een hoek van
ongeveer 30 graden naar voren.
3. Rijdt recht naar het werktuig toe en zorg dat de
bovenste buis van het snelwisselframe (B) onder de
bovenste haken van het werktuig komt
Rijdt met de bovenste stang (B) van het
snelwisselframe onder haken van het werktuig. Hef en
kiep het werktuig aan totdat deze aanligt aan het
snelwisselframe.
4. Kiep het werktuig zover aan dat de
vergrendelstang automatisch in de vergrendelpositie
springt. Het werktuig is nu vergrendeld.
G e v a a r
Tijdens het automatisch vergrendelproces mag
het werktuig nooit meer dan 1 meter van de
bodem geheven zijn.
G e v a a r
Controleer altijd voordat u met de frontlader gaat
werken of het werktuig goed vergrendeld is.
Dit kunt u visueel doen met behulp van de
vergrendelsticker op de vergrendelstang.
U kunt ook het werktuig met de punt op de bodem
drukken om te kijken of deze goed vergrendeld is.
Afkoppelen
Het afkoppelen geschiedt in omgekeerde volgorde.
28
Frontlader