15. Verhelpen van storingen
Met dit apparaat heeft u een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek
is ontwikkeld en gebruiksveilig is. Er kunnen zich echter problemen of storingen voordoen.
Raadpleeg daarom de volgende informatie over de manier waarop u eventuele problemen zelf
gemakkelijk op kunt lossen:
Storing
Het apparaat functioneert
niet.
De accu wordt niet herkent.
De oplader geeft na de
inbedrijfstelling een waar-
schuwing af.
De maximaal ingestelde laad-
stroom wordt niet bereikt.
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkend vak-
man worden uitgevoerd. Als u vragen heeft over hoe met het apparaat om te gaan dan
kunt u contact opnemen met onze technische dienst.
22
Mogelijke oorzaak
Is de stroomvoorziening vol-
doende gedimensioneerd? De
lichtnetadapter moet een stroom
van ten minste 2,5 A kunnen
leveren.
De contacten van de accu zijn
vuil of geoxideerd.
De accu is diep ontladen.
De oplader voert na het aanslui-
ten van de stroomvoorziening
automatisch een zelftest uit.
Daarbij mag geen accu zijn
geplaatst.
Bij de inbedrijfstelling bevinden
er zich accu's in de oplaad-
houder.
Het max. totale laadvermogen
van 25 W is overschreden.
Er is een apparaat voor opladen
aangesloten op de USB-oplaad-
poort aan de achterzijde.
Mogelijke oplossing
Gebruik de meegeleverde of
een geschikte lichtnetadapter
voor de stroomvoorziening.
Reinig de polen op de accu en
probeer het opnieuw.
Probeer de accu via het
programma "Activering" te
regenereren.
Verwijder de accu's en stel
de oplader gedurende ong. 5
minuten buiten bedrijf.
Reduceer de stroominstelling
of het aantal cellen van de
accu's.
Verwijder het apparaat voor de
USB-oplading.