1 Accutype
2 Programmastatus
3 Opgeladen capaciteit
4 Actuele parameters (celspanning/laadstroom)
5 Bedrijfstijd van het programma
6 Celparameters (inwendige weerstand/temperatuur)
7 Kromme van de laadspanning/weergave van de accuparameters na omschakeling
8 Taakbalken voor de overeenkomstige houders. Als de horizontale houders worden gebruikt, dan
worden de taakbalken op de linker rand van het beeldscherm weergegeven.
9 Rood nummerveld = procentuele waarde van de acculading
10 Roze nummerveld = procentuele waarde van de ontlading van de accu
11 Groen veld met haken = opladen beëindigd
12 Blauw nummerveld = procentuele waarde van de cyclus
c) Systeeminstellingen
Met de oplader kunnen via een menu de systeemgegevens die voor de gebruiker relevant zijn worden
ingesteld. Dit zijn bijv. menutaal of programma-instellingen enz.
• Neem de oplader in bedrijf en verwijder alle accucellen.
• Alle oplaadhouders moeten leeg zijn, om het systeemmenu te kunnen openen. Houd gedurende
ong. 2 seconden de middelste tiptoets met het kruis vast. Het menu wordt weergegeven.
• Druk op de cursortoetsen (op/neer) om het overeenkomstige menu-onderdeel te selecteren.
• Er kunnen op basis van de afmetingen van het scherm al-
tijd slechts 6 menu-onderdelen worden weergegeven. Het
menu kan met de cursortoetsen worden verplaatst. Het
geselecteerde menu-item wordt met kleuren gemarkeerd.
• Open het menu-onderdeel of wijzig de parameters door op
de middelste toets "kruis" te drukken.
• U kunt het menu verlaten via het menu-onderdeel "Terug".
13