• Plaats de op te laden accucel met de juiste polariteit in een geschikte vrije oplaadhouder. Let op de
polariteitsaanduidingen in de oplaadhouder (+/-).
Als de accu omgepoold wordt geplaatst, dan volgen
er onmiddellijk een optische en akoestische waar-
schuwing. Plaats de accu met de juiste polariteit.
De oplader geeft nu, volgens de vooraf ingestelde "Auto Charge"-tijd, een signaaltoon af met een inter-
val van één seconde. Na deze tijd begint de oplaadprocedure automatisch.
De overeenkomstige parameters worden op het scherm
weergegeven. Als er vooraf een scherm-cyclustijd is inge-
steld, worden de parameters van de actieve houders auto-
matisch na elkaar weergegeven. De houders kunnen ook
met de pijltoetsen handmatig worden geselecteerd.
De oplader is voorzien van een functie voor het meten van de inwendige weerstand van
enkele cellen. De inwendige weerstand wordt na ong. 10 sec. gemeten en berekend, waarna
het oplaadprogramma wordt gestart. De zeer geringe waarde van de inwendige weerstand
kan bij verschillende oplaadparameters kleine afwijkingen vertonen. Dit is meettechnisch
vereist en geen storing.
Als de oplaadprocedure wordt beëindigd, wordt dit met een geluidssignaal en een groene schermaan-
duiding bij de positie van de houder weergegeven.
• Neem na beëindiging van de oplaadprocedure de overeenkomstige accucel uit de oplader.
15