9. Bediening
a) Tiptoetsen voor bediening
De regeling en instelling van de oplader vindt plaats met drie tiptoetsen. De toetsen hoeven slechts licht
te worden aangeraakt. De knoppen hebben de volgende functies:
Cursortoets "omhoog"
Met de pijltoets "omhoog" wordt de cursor in het menu naar boven verplaatst. De para-
meterweergave van de afzonderlijke cellen kan ook worden omgeschakeld.
Middelste toets "selectie"
De toets "selectie" opent het instellingenmenu en bevestigt de selectie van de cursortoet-
sen.
Cursortoets "omlaag"
V
Met de pijltoets "omlaag" wordt de cursor in het menu naar beneden verplaatst. De
parameterweergave van de afzonderlijke cellen kan ook worden omgeschakeld.
b) Aanduidingen en symbolen op het display
De gebruikte oplaadhouders worden naar gelang de positie op de onderste of linker rand van het beeld-
scherm ingevoegd. Niet in gebruik zijnde oplaadhouders worden niet weergegeven. Daardoor wordt een
overzichtelijke weergave bereikt. Als programmaonderdelen in het menu grijs worden weergegeven,
dan zijn deze in de huidige programmamodus niet beschikbaar.
De volgende symbolen en aanduidingen zijn op het display beschikbaar.
12