Figuur 41
1. Lipje op steunstang
2. Bevestigingsbeugel -
bovenzijde
3. Steunstang
4. Verwijder de 4 schroeven waarmee de zekeringhouder
is bevestigd en trek de houder vervolgens omhoog
en eruit (Figuur 42).
Figuur 42
1. Zekeringhouder
5. Controleer de zekeringen.
6. Monteer de zekeringhouder met behulp van de 4
schroeven die u eerder hebt verwijderd.
7. Steek de steunstang in de bevestigingsbeugels en het
lipje en bevestig dit met de R-pen (Figuur 41).
8. Sluit de motorkap.
4. Bevestigingsbeugel -
onderzijde
5. R-pen
2. Schroef
Onderhoud
aandrijfsysteem
Onderhoud van de
rupsbanden
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50
bedrijfsuren—Controleer de
spanning van de rupsbanden en breng
ze op de juiste spanning.
Bij elk gebruik of dagelijks—Reinig
de rupsbanden.
Bij elk gebruik of
dagelijks—Controleer de rupsbanden
op overmatige slijtage (vervang de
rupsbanden als deze versleten zijn).
Om de 100 bedrijfsuren—Controleer
de spanning van de rupsbanden en
breng ze op de juiste spanning.
Om de 250 bedrijfsuren/Jaarlijks
(houd hierbij de kortste periode
aan)—Controleer en smeer de
wegwielen.
De rupsbanden reinigen
1. Breng de bak op de armen van de lader omlaag tot op
de grond zodat de voorzijde van de tractie-eenheid
een paar centimeter van de grond komt.
2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
3. Gebruik een waterslang of een hogedrukreiniger om
de rupsbanden te reinigen.
Belangrijk: Gebruik alleen waterdruk voor
het reinigen van de rupsbanden. De rest
van de tractie-eenheid mag niet met een
hogedrukreiniger behandeld worden. Gebruik geen
hogedrukreiniging tussen de kettingwielaandrijving
en de tractie-eenheid omdat de motorafdichting
hierdoor beschadigd kan raken. Hogedrukreiniging
kan het elektrische en hydraulische systeem
beschadigen of de smering aantasten.
Belangrijk: Zorg ervoor dat u de wegwielen, het
spanwiel en de kettingwielaandrijving grondig
reinigt (Figuur 43). De wegwielen moeten vrij
kunnen draaien als deze schoon zijn.
38