1. Zorg ervoor dat de brandstoftank minstens half
vol is.
2. Open de motorkap.
3. Draai de ontluchtschroef op de
brandstofinjectiepomp open (Figuur 22).
Figuur 22
1. Ontluchtschroef brandstofinjectiepomp
4. Draai het contactsleuteltje naar de stand Aan.
De elektrische brandstofpomp begint te werken.
Hierbij komt er lucht bij de ontluchtschroef naar
buiten. Laat het sleuteltje op Aan staan totdat er
een volle straal brandstof bij de schroef naar buiten
komt.
5. Zet de ontluchtschroef weer vast en draai het
sleuteltje op Uit.
Opmerking: Normaal gesproken zal de motor na
bovenstaande ontluchtingsprocedure starten. Indien
de motor echter niet start, kan er lucht tussen de
injectiepomp en de injectors zitten. Neem contact op
met een erkende servicedealer.
De motor starten en stoppen
Motor starten
1. Controleer of de hulphydrauliekhendel zich in de
neutraalstand bevindt.
2. Zet de gashendel halverwege tussen Langzaam
(schildpad) en Snel (haas).
3. Draai het contactsleuteltje naar de stand Lopen.
4. Houd de schakelaar van de gloeibougie 10 seconden
ingedrukt.
5. Draai het contactsleuteltje naar de stand Start. Laat
het sleuteltje los zodra de motor aanslaat.
Belangrijk: Stel de startmotor telkens niet
langer dan 10 seconden in werking. Als de
motor niet wil starten, moet u na elke poging
de motor 30 seconden laten afkoelen. Indien u
deze instructies niet opvolgt, kan de startmotor
doorbranden.
6. Zet de gashendel in de gewenste stand.
Belangrijk: Als de motor op volle toeren
draait terwijl het hydraulische systeem koud
is (bijvoorbeeld als de omgevingstemperatuur
rond of onder het vriespunt is), kan er schade
aan het hydraulische systeem ontstaan. Als u
de motor start in koude weersomstandigheden,
moet u de motor 2 tot 5 minuten halfgas laten
lopen voordat u de gashendel op Snel (haas) zet.
Opmerking: Als de buitentemperatuur onder
het vriespunt is, sla de machine dan in een garage
op. Zo blijft de machine warmer en kan deze
makkelijker starten.
Motor afzetten
1. Zet de gashendel op langzaam (schildpad).
2. Laat de armen van de lader neer tot op de grond.
3. Draai het contactsleuteltje op Uit.
Opmerking: Als de motor zwaar belast is geweest
of heet is, moet u deze nog een minuut laten draaien
voordat u het contactsleuteltje naar Uit draait. De
motor kan dan afkoelen voordat deze wordt afgezet.
In een noodgeval kan de motor direct worden
afgezet.
De machine stoppen
Om de tractie-eenheid te stoppen laat u de
tractiebediening los, zet u de gashendel op Langzaam
(schildpad), brengt u de armen van de lader omlaag tot
op de grond en zet u de motor af. Stel de parkeerrem in
werking en verwijder het sleuteltje.
VOORZICHTIG
De kans bestaat dat een kind of ongeoefende
omstander de machine probeert te bedienen en
daarbij letsel oploopt.
Verwijder altijd het contactsleuteltje wanneer u de
machine achterlaat, ook al is het slechts voor een
paar seconden.
24