72
8.0
Speciale adviezen voor het in bedrijfstellen
1. Let op het maximale laadvermogen! (zie hiervoor hfdst.1.2).
2. De aftakas uitsluitend bij laag toerental van de trekkermotor, inschakelen
Bij herhaaldelijk breken van de breekbout, de standaard koppelingsas vervangen
door een koppelingsas met slipkoppeling (extra uitvoering) zie hiervoor hfdst. 10.15.
3. De aanhangwagenkoppeling dient voor het aanhangen van machines en twee-assige
aanhangers, wanneer:
-
de rijsnelheid niet meer bedraagt dan 25 km/uur,
-
de aanhanger een oplooprem heeft of een reminstallatie, die door de chauffeur van
de trekker kan wordenbediend.
-
het toegestane totale gewicht van de aanhanger niet meer dan het 1,25- voudige van
het toegestane totale gewicht van de trekker met een maximum van 5 ton.
4. Bij opheffen van de centrifugaalstrooier wordt de vooras van de trekker, afhankelijk van
de grootte, verschillend ontlast. Let op voldoende belasting van de vooras van de trekker
(20% van het eigengewicht van de trekker).
5.
Niet in de omgeving van draaiende strooischotels treden, Gevaar voor
ongelukken! Gevaar ook door rondvliegende kunstmestkorrels, Perso-
nen uit de gevarenzone verwijderen!
6. Bij nieuwe machines na 3 tot 4 trechtervullingen, controleren of alle bouten en moeren
vastzitten, eventueel natrekken.
7. Bij sommige strooimiddelen zoals Kieserit, Excello-Granulat en Magnesium sulfaat
treden verhoogde slijtage op aan de strooischoepen. (als extra uitvoering worden
slijtvaste strooischoepen aangeboden).
8. Bij ondichte stuurventielen en/of langere pauzes, b.v. tijdens transportritten, wordt door
het sluiten van de kogelkraan voorkomen dat de schuiven zelfstandig open gaan (zie
hiervoor ook hfdst. 5.2).
9. Doseerschuiven pas bij het voorgeschreven aftakas toerental (b.v. 540 t/min) openzetten.
F
Bij sommige kunstmestsoorten is een ander aftakastoerental
noodzakelijk. Dit wordt in de strooitabel vermeld!
10. Constant aftakastoerental en constante rijsnelheid aanhouden.