32
6.0
De weg naar het land - transport op openbare wegen
Bij het rijden op openbare straten en wegen moeten trekker en machine voldoen aan de
wegenverkeersvoorschriften. Volgens de wegenverkeerswet moeten landbouwvoertuigen
en -machines voorzien zijn van wegverlichting en waarschuwingsborden. De eigenaar
evenals de bestuurder van de machine zijn verantwoordelijk voor het naleven van de regels
van het voertuigreglement. Deze luiden o.a.:
-
Wordt van het trekkende voertuig de voorgeschreven verlichting door de werpstrooier
bedekt, dan dient men ze aan aanbouwmachines opnieuw op te herhalen. Indien het
aanbouwwerktuig zijdelings meer dan 400 mm. over de buitenste rand der lichtstralen
van de breedte- of de achterlichten van de trekker uitsteekt, dient men markeringslichten,
gevaren driehoeken en breedtelichten op te bouwen. Steekt het aanbouwwerktuig meer
dan 1m. achter de achterlichten van de trekkende machine uit, dan zijn breedtelichten,
gevaren driehoeken, lichteenheden achter en markeringsborden verplicht. De
verlichtingsuitvoering zelf en enkele benodigde gevaren driehoeken, volgens DIN
11030, zijn direct af fabrikant of via de tussenhandel te betrekken. Belangrijk is de
verplichting van de afgeknotte driehoek met rood retroreflecterend materiaal achter op
de machine. (Zie hiervoor ook hfdst. 10. 11).
-
De werpstrooier bij transport op de weg slechts zover heffen, tot dat de bovenkant van
de reflectoren hoogstens 90 cm boven het wegdek uitsteken.
-
Lichtinstallatie op goede werking controleren.
-
Maximaal nuttige belading (zie hiervoor hfdst. 1.2.) en asbelasting van de trekker
in acht nemen; eventueel met slechts gedeeltelijk gevulde trechters op openbare
wegen rijden.
Bij het heffen van de centrifugaalstrooier wordt de vooras van de trekker,
afhankelijk van de grootte van de trekker, verschillend ontlast. Zorg voor
voldoende belasting van de vooras (20% van het eigengewicht van de
trekker)!
-
De aanhangwagenkoppeling van de centrifugaalstrooier dient alleen voor het aanhangen
van werktuigen en tweeassige aanhangers, indien:
-
een rijsnelheid van maximaal 25 km/uur niet wordt overschreden
-
de aanhanger een oplooprem heeft of een reminstallatie, die door de bestuurder
van de trekker kan worden bediend
-
het toelaatbare totaalgewicht van de aanhanger niet meer dan het 1,25- voudige
van het toegestane totaalgewicht van de trekker bedraagt, echter met een
maximum van 5 ton.
Het meenemen van eenassige aanhangers in de trekhaak van de
centrifugaalstrooier is verboden.