32
Functiecontrole
NL
Elke 3 maanden
•
Controleer de laadtoestand van de accu. Schakel
hiervoor de ACCUVAC Basic aan en lees de
spanningsindicatie af. Wanneer de bovenste LED
van de spanningsindicatie niet brandt, moet u de
accu bijladen (zie „5.4 ACCUVAC Basic laden"
op pagina 23).
Ten minste iedere 6 maanden
•
Voer een functiecontrole uit (zie „7.2 Uitvoering
van de functiecontrole" op pagina 33).
•
Voer een zichtcontrole van de geluiddemper op
verontreinigingen uit. Vervang een verontreinigde
geluiddemper (zie „8.3 Geluiddemper vervan-
gen" op pagina 40).
Na elke reparatie
•
Reinig, desinfecteer c.q. steriliseer het apparaat
en de onderdelen van het apparaat (zie „6. Hy-
giënische bereiding" op pagina 26);
•
Voer een functiecontrole uit (zie „7.2 Uitvoering
van de functiecontrole" op pagina 33).