TECHNISCHE GEGEVENS
NAUWKEURIGHEID VAN EEN MANOMETER
De typische fout van een manometer is het product van beide
groottes «nauwkeurigheidsklasse» en «schaaleindwaarde».
In het voorbeeld van de CLASSIC-manometer wordt dit aange-
geven (afbeelding links): nauwkeurigheidsklasse 1.0, schaaleind-
waarde 2,5 bar. De voor deze manometer toelaatbare fout is 2,5
bar * 1 % = 25 mbar.
Deze fout geldt absoluut voor het volledige drukbereik en is rela-
tief gezien bij een lagere druk groter (0,25 bar: ± 10 %) dan bij
een hogere druk (2,5 bar: ± 1 %). Hiermee moet bij elke meet-
waardebeoordeling rekening gehouden worden.
MECHANISCHE MANOMETER ECO
Meetbereik
Weergave (onderverdeling)
Veilig tegen overbelasting tot 2,0 bar
Nauwkeurigheid
Bedrijfstemperatuur
Manometerbehuizing
IP-code
Bijzonderheden
MECHANISCHE MANOMETER CLASSIC
Meetbereik
Weergave (onderverdeling)
Veilig tegen overbelasting tot 3,0 bar
Nauwkeurigheid
Bedrijfstemperatuur
Manometerbehuizing
IP-code
Bijzonderheden
0 tot 1,6 bar
0,05 bar (50 mbar)
± 1,6 % typ. ± 25,6 mbar
(absoluut over het volledige
drukbereik)
-10 tot 80 °C
staal zwart
IP32
G1/4-deksel edelstaal
0 tot 2,5 bar
0,05 bar (50 mbar)
± 1.0% typ. ± 25 mbar
(absoluut over het volledige
drukbereik)
-10 tot 80 °C
staal zwart
IP32
montage volgens EN 837-2
beschermkap met rubber
43