Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Radtke Messtechnik CCM Series Instructies pagina 27

Inhoudsopgave

Advertenties

VERGLEICH TROCKENSCHRANK - CM-METHODE
dus droogt, dan wanneer het water opneemt. Bij vrijkomen van water spreekt men van desorptie,
en bijgevolg van desorptie-isotherm, en bij wateropname van adsorptie, en bijgevolg van adsorptie-
isotherm. De afwijking tussen de evenwichtswaarden tijdens de wateropname en de waterafgave
duidt men aan als hysterese.
Het vermogen van een materiaalmengsel of een stof om water vast te houden hangt, naast de
samenstelling ervan en de eigenschap ervan een verbinding aan te gaan met de watermolecule, in
wezen af van de grootte van zijn binnenoppervlakte, dus van de poriënstructuur.
Cementgebonden systemen vertonen een groot aandeel aan erg kleine, zogenaamde gelporiën.
Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld calciumsulfaatgebonden systemen (zie de sorptie-isothermen in
de bovenstaande grafiek op deze pagina). Cementgebonden systemen slaan dus bij eenzelfde lucht-
vochtigheid meer water op.
Bij de droogkastmethode wordt lucht uit de omgeving aangezogen en verwarmd. Wanneer tijdens
de duur van het droogproces de relatieve luchtvochtigheid in de kamer verandert, dan verandert
daardoor ook de relatieve luchtvochtigheid in de oven.
De invloed van deze verandering van de evenwichtsconditie leidt in het bijzonder tot een relevante
verandering van de evenwichtsvochtigheid van een monster wanneer dit monster sterk hygroscopisch
is. Een sterk hygroscopisch monster vertoont een groot intern oppervlak en is in staat reeds bij een
geringe luchtvochtigheid een grote hoeveelheid water op te slaan (bv. gelporiën in cement).
De invloed van de aangezogen laboratoriumlucht wordt met de toenemende drogingstemperatuur in
elk geval kleiner.
Vergelijking van de droogkastmethode met de CM-methode
Beide methodes kunnen vergeleken worden met behulp van de vergelijking van de evenwichtscondi-
ties. In de grafiek hiernaast zijn de evenwichtscondities voor beide methodes met de aanduidingen
(D4 voor 40 °C enz. resp. D1 voor 105 °C en CM voor carbidemethode) tegenover elkaar geplaatst.
Bij de droogkastmethode wordt de graad van de droging in de eerste plaats vastgelegd door de
keuze van de drogingstemperatuur. De zich bij de opgegeven temperatuur instellende luchtvochtig-
heid in de oven hangt af van de luchtcondities in de kamer waarin de oven zich bevindt, en daalt
naarmate de temperatuur toeneemt. Het vormt een open systeem.
Sorptiecurves
Cementmortel
Calciumsulfaat
Relatieve luchtvochtigheid in %
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave