ALGEMENE MEETPROCEDURE
Algemeen
De CM-methode is geschikt voor het bepalen van het vochtgehalte van alle monstermaterialen
die zelf niet reageren met calciumcarbide of de reactieproducten, en die geen methanol bevatten.
Hiertoe behoren brandstoffen, bouwmaterialen, zouten en mineralen, ertsconcentraten en ertsen.
Bij willekeurige materialen met een monsterhoeveelheid van meer dan 10 g of monsters met een
bijzonder kleine dichtheid (minder dan 1 kg/m³) is het aanbevolen een speciale ijking uit te voeren.
Een zorgvuldige bepaling van de vochtigheid van een monster vereist dat uit het beschikbare mons-
termateriaal een representatieve selectie wordt genomen.
De voorbereiding van een monster speelt daarom een belangrijke rol!
De onderstaande meetprocedure (afbeeldingen met de CLASSIC-manometer) is geschikt voor bulk-
goed of korrelige monsters, evenals voor vloeistoffen en pasteuze materialen. De reactie loopt af
met het bereiken van het reactie-evenwicht.
1 Het te controleren materiaal moet homogeen gemaakt worden om een doorsneemonster te
kunnen nemen.
2
Afhankelijk van het vermoede watergehalte gebeurt de nodige vulling volgens onderstaande tabel:
Vermoed watergehalte
1 %
2 %
5 %
10 %
20 %
30 %
3
Doe de volledige kogelset (1) en afhankelijk van de te verwachten
vochtigheid de exact afgewogen, representatieve monsterhoe-
veelheid (2) in de drukfles.
Houd vervolgens de fles schuin en laat voorzichtig een glasampul
met carbide in de fles schuiven (3).
4
Sluit de drukfles met het deksel en verbrijzel vervolgens de car-
bideampul door krachtig te schudden. Na verbrijzeling van de
ampul begint de chemische reactie. Start nu de tijdmeting met de
stopwatch (meegeleverd bij CLASSIC-uitvoeringen).
Vereist vulgewicht
100 g
50 g
20 g
10 g
5 g
3 g
31