TOESTELCONTROLE TER PLAATSE
30
IJkingscontrole van het CM-toestel
De in de set klein materiaal aanwezige ijkampullen kunnen
gebruikt worden om het CM-toestel als totaalsysteem zowel
met betrekking tot zijn nauwkeurigheid (manometer) als tot zijn
deugdelijkheid (dichtheid) te controleren. Deze ijkingscontrole
kan op een willekeurige schaduwrijke en geventileerde plaats
uitgevoerd worden.
Voorbereiding:
Hiervoor heeft men het gereinigde en droge CM-toestel nodig,
samen met deksel en manometer, de volledige kogelset, een
ijkampul en een carbideampul (middelste afbeelding).
Uitvoering:
De kogels, de carbideampullen en de ijkampullen worden in deze
volgorde in de drukfles geplaatst en vervolgens wordt de drukfles
met het manometerdeksel afgesloten.
Door met het CM-toestel te schudden worden de ampullen verb-
rijzeld en kunnen de vrijgekomen reagentia met elkaar reageren.
De reactie is normaal na 2 tot 3 minuten afgelopen en de
einddruk moet ongeveer 1,00 bar ± 0,05 bar bedragen.
[De toelaatbare 5%-afwijking omvat samenvat-
tend de volumevariatie (± 1%), de waterhoe-
veelheidtolerantie (±1%), de toelaatbare mano-
meternauwkeurigheid van ± 2,5% (25 mbar) bij
1 bar) en de mogelijke temperatuurafwijking van
±1% voor elke 3°C afwijking van 20°C.]
(BELANGRIJK: tijdens het verbrijzelen kunnen er zich
waterspatten hechten aan de binnenkant van de fles)
Opmerking:
Er kan een te lage druk weergegeven worden
wanneer men niet lang genoeg wacht, respec-
tievelijk wanneer er zich waterdruppels onder
het deksel hebben gehecht. Deze hebben zich
gevormd door te heftig schudden bij aanvang
van de meting. Door het «platleggen», hori-
zontaal draaien en op en neer bewegen van
de fles kunnen deze spatten met calciumcarbi-
de in reactie komen. De afbeelding toont het
CCM-toestel CLASSIC.
Op www.radtke-messtechnik.com kan men een video bekijken
van een dergelijke controle ter plaatse.