MEETPROCEDURE VOLGENS SIA 253:2002
INCL. CORRIGENDA C1: 2011
BEGIN CITAAT
Meetprincipe
Door het toevoegen van calciumcarbide aan het verpulverde meetmateriaal in een gasdichte contai-
ner vormt er zich acetyleengas in een reactie met het in het meetmateriaal aanwezige vrije water.
Hierdoor ontstaat een meetbare druk, waaruit het watergehalte berekend kan worden.
Toestellen en hulpmiddelen
− CM-drukfles (0,66 l) met manometer
− Weegschaal, nauwkeurigheid 0,1 g
−Stalen plaat, resp. vijzelschaal
− Hamer en beitel
− Stalen kogels, calciumcarbide-ampullen (elk ca. 6 g), stopwatch
− Ander toebehoren
Werkwijze
− Met hamer en beitel brokstukken uit het te onderzoeken beton of de te onderzoeken mortel slaan.
De manier waarop het monster verkregen wordt, mag het vochtgehalte van het monstermateriaal
niet beïnvloeden.
− De brokstukken verkleinen met de hamer op de staalplaat, resp. in de vijzelschaal.
− Van het kleiner gemaakte materiaal een representatief monster nemen en afwegen. Het vulge-
wicht is afhankelijk van het vermoede vochtgehalte van het monstermateriaal:
• Vochtigheid ≥ 3 %
• Vochtigheid < 3 %
• Vochtigheid < 1.5%
− Eerst de stalen kogels, daarna het monster in de droge drukfles vullen.
− Voorzichtig een calciumcarbide-ampul in de schuin gehouden drukfles laten glijden.
− Het deksel met de manometer op de drukfles plaatsen en gasdicht afsluiten.
− Om vochtigheidswijzigingen te vermijden moeten deze handelingen snel na elkaar worden uitge-
voerd. De drukfles moet de omgevingstemperatuur hebben.
− Verbrijzel de ampul door krachtig met de drukfles te schudden. Beweeg de drukfles gedurende 5
minuten krachtig draaiend en slagend, aansluitend laten rusten in de schaduw.
− Bij constant blijvende druk de druk aflezen op de manometer, ten laatste echter na 20 minuten.
− Na het aflezen de fles voorzichtig openen (ontvlambaar gas), de inhoud uitschudden en de fles
met een droge flesborstel reinigen.
Volg de gebruikshandleiding van de fabrikant van het toestel op.
Opmerking bij de methode
Het met de CM-methode rechtstreeks bepaalde watergehalte komt overeen met het zogenaamde
«vrije» water. Bij het eesten (opmerking van de fabrikant: drogen bij 105 °C) tot een constant
gewicht zijn de resultaatwaarden anders omdat deels ook «gebonden» water vrijkomt.
36
Vulgewicht 20 g
Vulgewicht 50 g
Vulgewicht 100 g