Zorg er verder voor dat de lading goed is
vastgemaakt aan de motorfiets.
Bevestig absoluut geen grote, zware e/o
gevaarlijke objecten aan het stuur, de spat-
borden en de vorken; dat vermindert de
bestuurbaarheid van het vervoermiddel in
de bochten en de controle tijdens het rij-
den.
Bevestig niet teveel ruimte innemende ba-
gage aan de zijkant van de motorfiets en
voer ook niet de helm aan de daarvoor be-
stemde haak mee. Deze zaken zouden te-
gen personen of objecten kunnen stoten,
waardoor de rijder de controle over de mo-
torfiets zou kunnen verliezen.
Vervoer geen bagage die niet goed beves-
tigd is aan de motorfiets of die teveel uit de
bagageruimtes steekt. Denk eraan dat de
bagage niet voor of over de verlichting, de
akoestische en visuele signalering hangt.
Vervoer geen dieren of kinderen op het do-
cumentenkastje of op de duozit.
KG!
Overschrijd niet de limiet voor vervoer die
geldt voor iedere specifieke bagagedrager.
Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit en
de manoeuvreerbaarheid van de motor-
fiets.
11