*/2(,/$03(1
L ees pag . 34 aanda chtig (O NDE R-
HOUD).
Voor het vervangen van een
gloeilamp moet de lichtschake-
laar op "OFF" staan.
Vervang de lampen met schone hand-
schoenen of met behulp van een scho-
ne droge doek.
Laat geen vingerafdrukken ach-
ter op de lampen, want daardoor
kunnen de lampen oververhit ra-
ken en kapot gaan.
Wanneer u een lamp met de blote hand
aanraakt, dient u vingerafdrukken te
verwijderen met alcohol, om te vermij-
den dat de lamp defect raakt.
9 ( 5 9 $ 1 * ( 1 9 $ 1 ' ( / $ 0 3 ( 1
9$1 '( .23/$03 $IE «
L ees pag . 34 aanda chtig (O NDE R-
HOUD).
Voor het vervangen van de lampen van het
dimlicht en het grootlicht gaat u als volgt te
werk:
Draai de schroef (1 Afb. 56) los en ver-
wijder ze.
Draai de koplamp naar rechts (1
Afb. 57).
Draai de drie schroeven (2 Afb. 57) los
en verwijder ze.
Verwijder de linkerhelft (1 Afb. 58) en het
volledige paraboolelement (2 Afb. 58).
Verwijder de lamphouder (3 Afb. 58)
door hem tegen de klok in te draaien.
Trek voorzichtig aan de lamp (4 Afb. 58)
en haal ze uit de fitting.
1
Afb. 56
Voor het vervangen van de lamp van het
parkeerlicht gaat u als volgt te werk:
Voer de eerste vier stappen van de hier-
boven beschreven bewerking uit.
Verwijder de plastic lamphouder (5 Afb.
58) op de zijkant van het dim-/grootlicht.
Trek de lamp uit de fitting.
Opnieuw monteren van de kop-
lamp:
het pijltje op het glas van de koplamp
moet naar beneden wijzen.
1
2
Afb. 57
4
3
1
2
Afb. 58
5
51