Download Print deze pagina

APRILIA Moto 6.5 1995 Gebruik En Onderhoud pagina 31

Advertenties

,15,-'(1
Het inrijden van de motor is van het groot-
ste belang met het oog op een lange le-
vensduur en een correcte werking van de
motorfiets.
Rijd zoveel mogelijk op hellingen en/of
bochtige wegen, zodat de motor, de op-
hanging en de remmen een doelmatige in-
rijperiode ondergaan.
Houd u aan de volgende regels:
De gashendel niet plots volledig open-
draaien bij lage snelheid; dit geldt zowel
tijdens als na de inrijperiode.
Rem tijdens de eerste 100 km voorzich-
tig en vermijd bruusk en langdurig rem-
men. Op die manier kan het wrijvingsma-
teriaal op de remblokjes rustig inlopen.
Tijdens de eerste 500 km nooit met een
toerental van meer dan 4000 tpm rijden
(zie tabel).
Tussen de eerste 500 en de 1000 km,
nooit met een toerental van meer dan
5000 tpm rijden (zie tabel).
32

Na de eerste 1000 kilometer
moeten de controles beschreven
in het onderhoudsschema wor-
den uitgevoerd, zie pag. 35 (ONDER-
HOUDSSCHEMA), om letsel bij uzelf of
andere personen en/of schade aan de
motorfiets te vermijden.
AANBEVOLEN MAXIMUMSNELHEDEN VOOR INRIJDEN
Verhouding
km
1ste
0 - 500
29
500 - 1000
37
1000 - 2000
40
Na de eerste 2000
46
Tussen de eerste 1000 en 2000 km mag
u sportiever rijden, de snelheid variëren
en slechts enkele seconden de maxima-
le acceleratie gebruiken, om zo een be-
tere koppeling van de aan slijtage onder-
hevige delen te verzekeren; nooit met
een toerental van meer dan 5500 tpm rij-
den (zie tabel).
Na de eerste 2000 km mag u betere

prestaties verwachten van de motor,
maar het toerental mag hoe dan ook
nooit boven de 6250 tpm liggen.
Als u dit aantal kilometers be-
reikt heeft zonder lange ritten,
moet u de aanwijzingen voor inrijden tot
4000 km volgen.
Afgelegd aantal kilometer
2de
3de
4de
48
62
77
58
77
97
64
85
107
72
96
120
5de
tpm
93
4000
116
5000
127
5500
143
6250

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

8102710