12
Reinigen, onderhouden en service uitvoeren
12.1
Machine schoonmaken
TL 3000 BAH0035-0 10.09
WAARSCHUWING
Gevaren door beknelling, afrukken, snijden, afsnijden, gegrepen
worden, opwikkelen, intrekking, blijven hangen en stoten door
•
onbedoeld zakken van de met de hefinrichting van de
tractor opgetilde machine.
•
onbedoeld zakken van opgetilde, onbeveiligde
machinedelen.
•
onbedoeld starten en onbedoeld wegrollen van de tractor-
machine-combinatie.
Beveilig tractor en machine tegen onbedoeld starten en onbedoeld
wegrollen, voordat u aan de machine werkzaamheden voor reiniging,
onderhoud of service uitvoert, zie hiervoor Seite 42.
GEVAAR
Reinigings-, onderhouds- en servicewerkzaamheden (tenzij
anders vermeld) alleen uitvoeren met
•
uitgeschakelde aftakas (wachten totdat de werktuigdragers tot
stilstand gekomen zijn)
•
volkomen neergelaten machine
•
aangetrokken handrem van de tractor
•
stilstaande motor van de tractor
•
verwijderde contactsleutel
De machine met een waterstraal, een hogedrukspuit of met perslucht
schoonmaken.
De contactsleutel van de tractor verwijderen. Controleer de scharen
en kouterpunten na reiniging. Vervang beschadigde scharen.
Waarop u bij reiniging met een hogedrukreiniger/stoomcleaner
moet letten:
•
Houdt altijd een minimale afstand van 300 mm aan tussen de
spuitmond van het pistool van de hoge druk reiniger of
stoomcleaner en de machine.
•
Volg de veiligheidsregels op voor het gebruik van een
hogedrukreiniger.
Reinigen, onderhouden en service uitvoeren
59